Woensdag 17 oktober 2018, Rome
Lotte en ik zouden van Nederland naar Rome fietsen en dat hebben we gedaan, ja echt... we zijn in Rome nu! (zeg ik vooral tegen mezelf om het te beseffen maar dat lukt niet echt). Houdt het avontuur daarmee op? Nee hoor. We kregen van mensen zoals Henri te horen dat ze het jammer vinden als de blog voorbij zou zijn. Dat geeft motivatie het hier niet bij te laten. We gaan daarom op deze site door met updates over onze zoektocht. Een zoektocht naar? Aanwijzingen hoe we ons leven moeten/willen indelen, ofzo. Want we zijn afgestudeerd en alle opties liggen open, de wereld ligt zogenaamd aan onze voeten. Naar Rome fietsen hebben we al gedaan, dat zullen we komende jaren nog niet over doen (sorry Joost). 'Je bent jong en je wilt wat' maar wat nu dan? Wat is er na het fietsen? Daar kan ik deels antwoord op geven. Morgen om 13:45u de bus naar L'Aquila (hoofdstad Abruzzo), waar we opgehaald worden door Ralph. Hij heeft met zijn Nederlandse vrouw Ninke en vier kindertjes een ecologisch verantwoorde boerderij waar wij vrijwilligerswerk mogen doen! Om eens goed naar de spelt in de hooiberg te zoeken, al wroetend in de modder de varkens om raad te vragen, te zweven boven de Italiaanse bergen om hopelijk weer op onze pootjes, met beide benen stevig op de grond terecht te komen. Of we hierna weten wat we willen voor de rest van ons leven betwijfel ik maar ach, het houdt ons komende maand van de straat. Dan nog even over het warm onthaal dat wij kregen in Rome op Piazza del Poppolo. We reden in de schemer door de drukke hoofdstraten die werkelijk naar Rome leiden. Het is verschrikkelijk druk met uitstotende auto's, scooters en mensen. In onze bidonhouder een blik lauwe Heineken pils dat heen en weer klotst. We rijden over het trottoir om niet tussen het wilde autoverkeer te hoeven. Ik wordt zenuwachtig als we dichtbij komen. Waarom precies weet ik niet. Dan zijn we er en rijden onder de stadspoorten door het plein op. Onze ex-huisgenoten Anne en kevin staan ons op te wachten met camera's op ons gericht. We worden bespoten met champagne en confetti die de komende maanden nog te zien zullen zijn in de groeven van de historische straattegels. Onderweg naar hun huis ga ik nog eventjes vol op m'n plaat op de gladde metrobaan. Gelukkig vang ik de val behendig op. Hebben we dat ook nog even meegemaakt. We eten pizza en rijden de hele stad door (goddank met de auto) voor het beste ijs, waar we eigenlijk geen plek meer voor hebben. Vol en voldaan kruipen we ergens middernacht ons logeerbedje in. Of wij het nou beseffen of niet, Rome is gevierd, en dat dankzij de twee kanjers Kevin en Anne. Iedereen heel erg bedankt voor alle lieve berichtjes! 🙌 liefs Roos, Lotte & onze fietsen.
0 Reacties
Dinsdag 16 oktober 2018
Nepi - Rome 66km (2127km totaal) Na de diepe dalen (en hoge bergen) achter ons gelaten te hebben gaan we over op feestvreugde. Deze openingszin schrijf ik nog de avond vóór de grote dag. Na het laatste avondmaal. Spaghetti Bolognese, die een Italiaanse voor ons maakte. Heerlijk cliché en dat mag ook weer. We zullen morgen ochtend opnieuw genieten van het veel te zoete ontbijt, want het is ons laatste. We gaan met kriebels in de buik naar bed voor morgen, de laatste etappe. We slapen een uurtje langer uit omdat we anders te vroeg aankomen en ons welkomstcomité nog niet bij de Trevifontein zal staan. Het voelt even gek om op de fiets te stappen voor de laatste keer. We zijn benieuwd hoe we reageren als de reis is volbracht. Maar eerst nog maar eens een heuveltje op. Het is niet de zwaarste, 7% stijgen voor een paar kilometer. Toch bekruipt me weer een zwaar gevoel tijdens de afdaling wanneer de voorband van mijn fiets lomp tegen uitstekend asfalt botst, en je lichaam deze klappen op moet vangen. Gek dat je humeur zo beïnvloedbaar is door de omgeving. Daar kun je dan heel veel aan willen doen en nog bozer van worden maar het beste is accepteren dat je chagrijnig bent als een stuk stront. Geduld, het gaat vanzelf over als de weg weer glad is en de auto's verdwenen. Dat zijn wel de twee meest cruciale factoren, denk ik, om fijn te kunnen fietsen: de weg en het verkeer. Of één van beide moet goed zijn. Als er geen verkeer is kun je makkelijker en veilig slalommen om de kraters in de weg. En wanneer de weg glad is maken de auto's je niet meer zo van slag. Kun je tenminste lekker om je heen kijken en wegdromen bij al dat moois om je heen. We fietsen de buitenwijken van de hoofdstad binnen die, zoals ons verteld is, niet al te schoon of mooi zijn. Het is net een vuilnisbelt of krottenwijk. Het ruikt er naar schoolreisjeskots, vindt Lotte. Wanneer een tiener te veel energiedrank op heeft en dan in een muffe bus naar huis wordt gebracht. De straten van het prachtige centrum zijn schoon gebezemd en hier is dat vuil heen gewaaid. Ondertussen pauzeren wij niet ver van dat centrum vandaan, nog nét niet officieel aan het einde van de reis. We houden het nog even spannend door de blog vast te plaatsen. Kunnen wij zo even genieten van het moment, en vertellen we je morgen hoe het was... nog even geduld. Vrijdag 12 t/m 15 maandag oktober 2018
Siena - Guazzino 50km Guazzino - Ficulle 50km Ficulle - Grotte S. Stefano 55km Grotte S. Stefano - Nepi 60km (2061km totaal!) Vrijdag ochtend, Siena We zijn op een vakantiehuisjes-park in Siena. Buiten klanken van een panfluit die uit een huisje verderop komen. Wie neemt zoiets mee op vakantie? Nou waarschijnlijk omdat het een grote hobby is, en dat ding niet bijzonder onhandig in vervoer is. Hadden wij maar een passie zoals dat. In plaats van fietsen. Het is 9:05 in de ochtend en ik lig met kleren aan in bed. Lotte kan me toch niet dwingen eruit te komen? Ze kan mijn lichaamsgewicht niet zo alleen dragen en op de fiets zetten. Vroeger dacht ik ook zo als ik niet naar school wilde. Als ik gewoon blijf liggen kan niemand me dwingen. Toch komt er dan na een paar minuten een gewetensstemmetje opdagen die ervoor zorgde dat ik toch naar school ging, en in dit geval de fiets op ga. Ik geloof dat ik die middag besloot even geen blog online te zetten. Omdat die dag alle energie uit ons had gezogen. Het was een van de zwaarste dagen van de reis, besloten we. Toen nog niet beseffende dat het niet bij één heftige dag zou blijven. Een combinatie van 'het eind in zicht' 'al met één been in Rome' 'de laatste loodjes wegen het zwaarst' maar nog wel met je-vermoeide-en-tegenstribbelende-zelf 300km moeten fietsen door onderschat heuvelachtig landschap met bizar slechte en drukke wegen. Die avond schreef ik het volgende op papier om het toch vast te kunnen leggen, want als je dat niet doet zul je de Intensiteit ervan niet meer kunnen navertellen, dacht ik. Vrijdag 12 oktober 2018. Gister was zwaar waardoor vandaag nog zwaarder was. Alles wat ik op papier zet, komt niet reëel over, is niet al omvattend genoeg. Maar als ik eraan terug denk krijg ik weer pijn van binnen en buiten. Het voelt zo naar om je slap te voelen, niet vooruit te komen, ergens halverwege een heuvel te blijven steken (of onderaan al). Misschien heb jij ook ooit gedroomd dat je wilde wegrennen, schreeuwen of vluchten maar het niet lukte? Zo voelde het vandaag. Je wilt opgeven want je krijgt geen lucht, je knieën schreeuwen pijnlijk om genaden, het voelt alsof je botten verdampen en het kraakbeen in je gewrichten smelt onder de brandende zon. Je hebt het mentaal al zo lang opnieuw geprobeerd jezelf bijeen geraapt , toegesproken en aangemoedigd maar je brein heeft je door: Na deze berg nog een en daarna nog tien. Je kunt meer dan je denkt, dat klopt. Je vergeet de pijn die je ooit geleden hebt, klopt ook. Toch zit er een limiet op wat je jezelf aan wilt doen. We hebben aan onszelf bewezen dat we door zullen gaan ook al voelt het alsof je ieder moment naar de grond zult gaan. We kunnen veel meer dan we denken (geldt voor iedereen). Toch voelt het tegelijkertijd als je lichaam, die niet meer kan, in de steek laten. Dat was wat ik erover zeggen kon die dag. De daarop volgende dagen zijn gelijk van aard en niet meer van elkaar te onderscheiden. Ik herrinner me water uit mijn bidon dat naar afwasmiddel smaakt, hitte, geluid van optrekkende auto's, dooie katten langs de weg, bergkloven en vooral hele stijle bergen. Elke dag zijn we moe. We zijn verzadigd door het zoete Italiaanse ontbijt en gebroken door de zwaartekracht die het ons elke dag zo zwaar maakt. De geuren en kleuren van het landschap doen ons niets meer behalve dat de ooit zo geliefde kampvuur-geur in onze neusharen blijft hangen en ons misselijk maakt terwijl we onszelf de berg op heigen. Het zal vast prachtig geweest zijn afgelopen dagen met dorpjes geplakt langs de berg, maar we zagen het niet. We moesten ons focussen op grote kuilen en hobbels op onze strook van de weg. Je maakt de keuze daar doorheen te moeten of je te wagen op het territorium van de auto's. Met zwaar getoeter als gevolg. En dan wordt het ineens weer vlak, de laatste 15km naar Nepi. We vliegen 40km/h de berg af, met alle zelfvertrouwen van de wereld. We kennen deze wegen nu onderhand wel. Goed, ondertussen zijn wij nog maar 65km verwijderd van ons doel. We slapen op een prachtige b&b kamer met uitzicht vanaf het balkon over oude daken van het plaatsje Nepi. En morgen (als alles voorspoedig moge gaan) komen we aan in Rome... tot morgen zullen we fietsen. Donderdag 11 oktober 2018
San Gimignano - Siena 40km (1841km totaal) Wat is het woord voor als dingen niet meer binnen komen? Verzadiging? Wanneer een prachtig uitzicht door het licht je ogen binnenkomt maar je hersenverbindingen het niet meer koppelen aan een WOW, OOH, of AAH gevoel. Siena is mooi, vooral de kleine straatjes zo ver mogelijk van het grote plein vandaan. Maar de oude middeleeuwse steegjes en huizen komen niet meer echt aan. Net zo min als het uitzicht vanaf de heuvels voor en na de stad. Toch probeer ik met aandacht om me heen te kijken. Ik zie een fietsreiziger in de verte op de grond zitten, net als wij. Ik zie kinderen achter duiven aan rennen. Een duif heeft enkel stompjes als pootjes, zonder teentjes. 'Hoe zou dat gekomen zijn?' Vraag ik me hardop af. Lotte denkt de schuld van de mens. 'Ergens tussen gezeten of aan gestoten. Misschien zelfs chemicaliën. Vervuiling.' zegt ze. Ook vraagt ze zich af waarom de stad weer zo verpest moet worden door toeristen. Dikke Amerikanen die voor je voeten lopen, praten, ademen, leven. Waarom hier? Dat kan thuis toch ook. Misschien wordt het allemaal een beetje veel voor ons. Die mensen zijn toch ook niet boos dat wij hier zitten? Het einde van de reis is in zicht maar we moeten de marathon nog wel even uitrijden, het lintje binnenhalen. In de weerspiegeling van een winkelruit zie ik twee meisjes met heel veel bepakking op hun fietsen gebonden. Helmpjes op en een rimpel tussen hun wenkbrauwen. We vallen op tussen de standaardtoerist. Die met een stuk pizza in de hand onhandig de camera overgeeft aan zijn partner, het ding schoon proberende te houden. Daarop foto's die al tientallen jaren door andere standaardtoeristen genomen worden en tevens in betere kwaliteit te vinden zijn op ansichtkaarten in omringende souvenirshops. S'avonds in bed (in een stacaravan) vraag ik me af hoe het leven na de fiets eruit ziet. Gelukkig blijven we nog even in Italië om vrijwilligerswerk te doen. Er is niets in mij dat naar huis wil. Maar er ontstaat een klein beetje tegenzin naar dat in vogelvlucht verplaatsen. Alles opnieuw regelen en leren kennen op een dag. Heel veel zien maar tegelijkertijd niets zien of weten van waar je bent. Niets of niemand goed leren kennen. Behalve elkaar. Ja, gelukkig hebben we elkaar. Want als de een geen zin heeft fietst de ander voorop. Je trekt elkaar aan een onzichtbaar touw de berg op. Naar beneden kun je het weer zelf af, en die snelheid geeft je een kik om door te gaan. Woensdag 10 oktober 2018 - Rustdag zonder verplaatsing
Zo mooi als San Gimignano van veraf is, sprookjesachtig op een berg, zo leeg is het van dichtbij. Een dorp waar alleen nog maar souvenirshops zijn en terrassen om de horde toeristen in op te vangen, die uit tourbussen zijn losgelaten. Op elke hoek een geldautomaat om de mensen lekker leeg te trekken. Waarom vinden mensen het leuk om met z'n allen een toneelstukje op te voeren, alsof ze 'op reis' zijn naar andere culturen. Terwijl dit dorp zielloos is, er woont vast geen één local meer. De grootste bezienswaardigheid zijn de toeristen zelf. Je hoort alleen maar Engels, Duits en Nederlands. Geen woord Italiaans. We kopen een kaartje, eten een ijsje en maken dan dat we wegkomen. Je moet ergens je mening over geven op een dag die verder niet spannend maar oh zo ontspannend is. De hele dag op je luie gat zitten, beetje de blaren laten helen. We maken ons alleen nog zorgen om het feit dat we niet afgevallen zijn. Het had ons een leuke bijkomstigheid geleken, na zo veel sporten! Het Italiaanse koek-en-taart ontbijt zal hier een doorslaggevende factor in zijn. Wij gaan daarom maar weer wat gezonder eten... Dinsdag 9 oktober 2018
Pistoia - San Gimignano 70km (1801km totaal) We worden wakker op 10 oktober en het is rustdag! Maar behalve dat is het ook precies één maand geleden dat wij, op 10 september, 's-Hertogenbosch uit reden. We hadden geen idee waar we precies aan begonnen maar wilde niets liever dan eraan beginnen. Maar nu eerst de dag van gister. Het was een van de zwaarste en tegelijkertijd mooiste dagen van deze maand (en van mijn 23 jarige leventje misschien wel). We bevinden ons in het glooiende en bergachtige Toscaanse landschap. Ik wil niet overdrijven maar het is het mooiste uitzicht dat ik me kan herinneren gezien te hebben. Nou moet ik er wel bij zeggen dat mijn geheugen niet mijn sterkste kant is. Lotte omschrijft het liever zo: 'Het is niet het aller mooiste wat ik ooit gezien heb maar je wordt er wel verliefd op. Alle factoren kloppen en dragen daaraan bij. De olijfbomen die aan weerskanten het schilderij omlijsten, de geur van natte bosgrond en vuur, de wind langs je gezicht en de felle zon zorgen voor vlinders in je buik. Als je verliefd bent hoeft diegene ook niet de aller knapste van heel de wereld te zijn, maar voor jou is hij/zij perfect. Zo is de omgeving waar we nu doorheen fietsen ook.' En zoals liefde pas echte liefde wordt als je je er ook eens goed verrot om hebt gevoeld, ontstaat er een haat liefde relatie tussen ons en het landschap. We worden kwaad op de stijle bergen waar geen eind aan lijkt te komen, vervloeken de hete zon, de wind, de geur en alles wat ons nog langer doet denken aan ons geliefde Toscane. We haten het omdat ze ons zo'n pijn doet, zo hard laat trappen en zweten. Maar we geven niet op, we willen haar voor ons winnen en bewijzen dat we sterk zijn. De laatste 20km nemen we genoeg pauze, ploffen af en toe radeloos in het gras om vervolgens dapper door te gaan. We fietsen de 70km, en daarmee het 2e boekje uit. Op de camping net na San Gimignano hebben we uitzicht over het stadje, de heuvels, de wijngaarden, huisjes en bomen. We kunnen er nu vanaf een afstandje bewonderd naar kijken. Zonder verzuurde benen en ademnood is ze nóg veel mooier. Maandag 8 oktober 2018
Porretta Terme - Agliana (vlakbij Pistoia) 45km (1731 km totaal) Als we vandaag over de tweede berg van de Appenijnen klimmen doet het wegdek denken aan de bultige rug van een draak. Het heeft een schubbige huid die door ouderdom plooien en barsten heeft gekregen. Als we het monster verslagen hebben en vanuit de torenkamer naar beneden turen, ligt het betoverende prinses Toscane slapend op ons te wachten in het dal. Ze ontwaakt wanneer we afdalen, ze lacht en wacht geduldig tot we veilig naar beneden zijn gezoefd. Ze heeft lang genoeg op ons moeten wachten (vier weken precies), maar daar zijn we dan! In de tussentijd heeft ze zich flink opgetut. Wat een schoonheid! We worden allebei verliefd. Lotte wilde nog eens bij locals thuis eten, leek haar leuk. We waren deze uitgesproken wens eigenlijk al een beetje vergeten, maar het universum bleek hem al te hebben doorgevoerd. Als we 'stomverbaasd' bij een volgeboekt b&b aankomen besluit mevrouw-de-eigenaarresse ons in de logeerkamer te stallen. We betalen hetzelfde bedrag als een officiële kamer maar dan inclusief diner aan haar keukentafel. We verwachten vette lokale delicatesse waarvan je niet zeker weet of je er naar moet uitkijken. Maar we zijn toch een beetje teleurgesteld bij het zien van de kip met patat, alhoewel we dat in geen tijden op hebben en het ons voortreffelijk smaakt. Mevrouw spreekt drie woorden Engels en wij twee woorden Italiaans. Gelukkig heeft ze een zeventienjarige dochter, Amy, die als tolk fungeert. Nee, niet elke Italiaanse vrouw heet Isabella, Valentina of Sofia, noch eten ze elke dag zelfgemaakte Gnocchi in pomodoro-saus. Wel krijgen we Panna Cotta na en een Limoncello voor de spijsvertering. We leren het geheim van de slanke Italianen. 'Van pizza en pasta wordt je dik,' zegt de gastvrouw, '...dat moet je dus niet s'avonds eten maar alleen als lunch.' Friet zal hier een uitzondering op zijn. Even had ik vanmiddag spijt dat we hier ja tegen hadden gezegd. Ik heb er een hekel aan mezelf ongemakkelijk en opgelaten te voelen als gast bij iemand thuis. In een hotel wordt je bediend en verder killetjes met rust gelaten. Zeer safe maar niet avontuurlijk. Dan hadden we geen Italiaanse pollo con patatine fritte gegeten en niet zoveel geleerd over de taal en het land. Bovendien heb ik me aan tafel geen moment ongemakkelijk gevoeld door de oprechtheid van deze mensen. zondag 7 oktober 2018
Guiglia - Porretta Terme 50km (1686km totaal) Het was prettig kennis te hebben gemaakt met De Appenijnen. Het voelde verkeerd om geen gebergte te hebben doorkruist. Dat betekent dat we nu, na de eerste berg, aardig wat zelfverzekerder zijn. Fijn, een beetje levenservaring te hebben, kunnen wij ook eens meepraten op verjaardagsfeestjes. Ik hoorde dat ouders van vrienden de blog lezen én hij op DeVakantiefietser staat dus ik zal het vandaag even niet over mijn eigen ongesteldheid hebben en wel over fietsen (ik beloof niks voor de dagen na vandaag). Het is grappig het verschil van Lotte en mij te zien in ons energielevel. Ik kom s'morgens aardig goed, en met veel enthousiasme opgang. Een beetje teveel daarvan zelfs want gedurende de dag loopt die positieve energie als een lek geprikte luchtballon uit mij. De uitdrukking op mijn gezicht verandert van een tevreden glimlach naar een zuurpruim. Ik kan tegen die tijd niet veel meer zeggen en men doet er goed aan zijn mond tegen me te houden. Lotte daarentegen komt langzaam opgang. Ik denk s'morgens wel eens hoogmoedig de fitste van de twee te zijn, maar niets is minder waar. Het is alsof haar motortje even warm moet worden om vervolgens uren aan een stuk te gassen. Ongelofelijk wat een doorzettingsvermogen die meid heeft. Vandaar ook haar deelname aan de Vierdaagse en menig hardloopgebeuren. We klimmen een paar uur voor 35km en scheuren in een halfuurtje 15km naar beneden. We vangen tientallen vliegjes met onze ogen en mond. Terwijl die kleine rotzakken in je ooghoek duiken moet jij je blijven concentreren op de weg. Na een tijdje weet ik niet of ik huil van de vliegjes in mijn oog, de wind of frustratie en vermoeidheid. Soms klapt er een veel dikker insect tegen je wang, voorhoofd of ooglid. De botsing doet oprecht een beetje pijn maar gelukkig is zoiets nog niet in onze ogen (of mond!) gevlogen. Ook tijdens het stijgen krijg ik het niet voor elkaar mijn mond dicht te houden. Je probeert je ademhaling gecontroleerd en enigszins rustig te houden, maar in werkelijkheid ben je net een hond die te lang in de zon heeft gelegen en ben je al blij als je eventjes niet kwijlt. Na deze beestenboel komen we eind van de middag in het plaatsje Porretta Terme aan waar we koffie drinken op een terrasje. We zien vandaag veel (enkel mannelijke) wielrenners in felle outfitjes, de jongemannen zo slank als spaghetti en de senioren een klein pasta-pens'je. We groeten elkaar maar we voelen ons niet verbonden. Het is niet dezelfde sport. Wielrenners moeten zo licht mogelijk zijn, wij vooral sterk. Zij trainen snelheid, wij als 'trekkers' streven naar een hoog uithoudingsvermogen. 'Het is als handbal en korfbal,' vindt Lotte '... of de Elfstedentocht versus sprinten.' We zijn ergens familie maar zeker geen broer en zus. Wij gaan met onze rode toeters (maar mét mascara op de wimpers, sinds wéken) opzoek naar een gezonde maaltijd. Fijne zondagavond allemaal! 🌞 Geniet asjeblieft van die zachte bank onder je billen, het bord eten dat dóór of vóór jou gemaakt is & de mensen om je heen! Peace ✌️ P.s. Dankjewel papa en mama van Lotte voor de hotelovernachting! Wij zullen weer als roosjes slapen vannacht. Zaterdag 6 oktober 2018
Modena - Guiglia 30km (1636km totaal) Als twee sierpaardjes liggen we op zaterdagmiddag om 5 uur met schoongewassen haartjes op de met roze hartjes bekleedde deken, op bed. De kamers van dit hotel uit 1986 hebben nog lakens en dekens inplaats van dekbedden. Ik vraag me af waarom men het vroeger allen zo had en plots verving voor dekbedden, en wat dan beter is? Er hangt een door ons gefabriceerd waslijntje voor de verwarming die de kleine kamer goed verwarmt. En alhoewel het vies weer is vandaag is het totaal niet koud. Daarom staan de balkondeuren open voor frisse lucht. Niet milieuvriendelijk, wel goed voor de was. Eco-friendly waren we toch al niet met al die kleine, plastic verpakkingen, plastic bestek, zakjes, tasjes etcetera. We hebben een rustdag-met-verplaatsing gehad. 30 hele kilometers van Modena naar Guiglia, dorpje dat zich bevindt op een berg. Jazeker, we zijn vandaag vast begonnen aan de kruin van de Appenijnen, om het morgen gemakkelijker te maken eraan te beginnen. Voor deze reis hadden we nog nooit van deze gebergten gehoord eerlijk gezegd. Het is niet te bevatten wat je allemaal leert op zo'n reis, nondedju. Het voelt heerlijk om weer binnen te mogen slapen. Bedankt liefste Oma! Voor ons arme-net-afgestudeerden zou vaak in hotels slapen niet te betalen zijn. Terwijl hier (in de bergen) geen campings meer open zijn. Daarom nogmaals een diepe buiging naar de sponsoren! We voelen ons bevoorrecht dat we vanmorgen lekker laat rond een uurtje of 11 uit Modena konden vertrekken en nu weer een vrije middag hebben. Het geeft ons tijd om boodschapjes te doen. Morgen is het tenslotte zondag en is alles dicht. Ik krijg het voor elkaar om bruin brood (is niet gebruikelijk hier) te bestellen terwijl mevrouw achter de toonbank en ik elkaar niet verstaan. Helemaal onderaan in een hoekje weggemoffeld heeft ze dan toch 'pane integrale' liggen. Wat volkorenbrood betekent, leert ze mij. Bij de apotheek vraag ik om toothpaste, shampoo en 'If girls have their period?' We moeten toch maar eens aan Italiaanse lessen beginnen. Maar de aardige apotheker is al positief verrast als ik hem gedag kan zeggen in zijn moedertaal. De Italianen zijn vrolijke en trotse wezentjes. Ze zijn niet bang je aan te spreken. Of je nou in een café naast ze zit of ze je voorbij rijden op hun glimmende mountainbikes. Ze zijn oprecht nieuwsgierig en geïnteresseerd en vragen zich hardop af waar je in godsnaam heen gaat in hun prachtland. Vol ongeloof zijn ze als je ze vertelt van Holland met bicicletta (fiets) naar de hoofdstad te reizen. Deze mensen zijn veel meer Italiaans dan wij Nederlands zijn. Geef ze eens ongelijk, ze hebben een prachtig land, erfgoed, tradities, wijngaarden, warme zomers, voortreffelijk eten, een mooie taal en mooie mensen. Het leven is er eenvoudig maar simpel. Wat heb je nog meer nodig dan brood, wijn, kaas, familie aan een lange tafel onder de nazomerzon, buiten op je terras met uitzicht over de koeien en wijngaarden. Het ruikt er naar haardvuur en wasgoed dat buiten aan een lijntje te drogen hangt. Hier zijn geen drogers of andere luxe apparatuur nodig, geen producten die je denkt nodig te hebben voor onvervulde behoeftes bedacht door marketeers. Als ik een jochie met zijn opa zie lopen en hoor praten in die mooie taal, ben ik lichtelijk jaloers op hem. Hij hoeft geen moeite te doen deze taal te leren, hier ooit heen te verhuizen en te integreren, hier zichzelf toch niet helemaal thuis te voelen omdat hij er niet zou horen, geen familie heeft of zich niet welkom voelt. Nee, hij zal hier wonen, werken, trouwen en kinderen krijgen. Die hij dan trots verhalen vertelt over hun grootouders, over de stad of het land. Zoals drie-sterrenchef Massimo Bottura (uit Modena) zegt 'Mijn bloed is azijn en mijn spieren Parmigiano.' Hij is trots op de producten van zijn geboorteland en haalt alle inspiratie voor zijn gerechten uit herinneringen aan zijn cultuur. Hoe zijn oma pasta uitrolde terwijl hij onder de keukentafel zat. Stiekem snoepte hij van haar handgemaakte ravioli. De aflevering over zijn restaurant Osteria Francescana van de Netflix serie Chefs Table was altijd al mijn lievelings. Toen we gisteravond zenuwachtig langs zijn zaak liepen zien we koks de keuken in en uitlopen om aan de andere kant van een steegje het magazijn in te duiken. We zien een lelijk, strak, roze gebouw met gouden Michelin plakkaten aan de deur. Een groepje toeristen met een Engelse gids staat voor het restaurant, allen chique gekleed. Wij maken vlug een foto en maken dan dat we wegkomen. Op tv was het toch een stuk romantischer. Hotel Restaurant La Lanterna (de lantaarn) Vrijdag 5 oktober 2018
Corte Cadella - Modena 80 km (1606km totaal) 23 graden Laat ik maar meteen beginnen met mij te verontschuldigen. Sorry trouwe fans en groupies... Vandaag hadden Roos en ik besloten om vaak taak te ruilen. Jaja, je leest het goed. Ik(Lotte) mocht deze keer iets een verhaaltje schrijven en Roos speelde de reisleider. Wat betekend dat ik de blog schrijf en zij ons de weg wijst en een overnachting regelt... ik ben heel benieuwd waar we uitkomen vanavond... Maar goed, terug naar de orde van de dag, fietsen. 'What's new'. Dat is namelijk wat we elke dag doen. Gewoon een stukje fietsje. Dit doen we gewoon zonder na te denken. Zoals je elke dag je tanden poetst of naar je werk gaat. Het zit ons systeem en zijn onderhand zo op elkaar ingespeeld dat we precies weten wat we moeten doen... vooral doortrappen dus. Even een update tot nu toe: In totaal hebben we al zo'n 1600 km gefietst in 27 dagen en doorkruiste we 8 landen. Italië is voorlopig het laatste land en hier bevinden we ons nu dan ook. In de mooie stad Modena op precies te zijn. Na een fijne, maar lange fietsdag door het Italiaanse landschap, kwamen we hier aan. Onze entree ging jammer genoeg niet zo vlotjes als gehoopt. Want 4km voor Modena kreeg ik (Lotte) mijn eerste lekke band. Ja inderdaad, na 1600 km pas. Thanks to mijn Schwalbe banden (beste kwaliteit banden volgens de experts). Maar ja, dat werd dus lopend de stad betreden. Ook leuk voor de afwisselen zullen we maar zeggen...zo zie je nog meer van de stad. Modena is in 2012 getroffen door een aardbeving waardoor sommige gebrouwen nog steeds in de stijgers staan. Veel huizen zijn wel mooi en strak gerenoveerd. Andere zijn aan hun lot over gelaten en langzaam overgenomen door het onkruid. Niet alleen in Modena zelf, maar de hele dag zagen we de littekens die de aardbeving had achtergelaten. Door deze langzame tocht naar het centrum van de stad besef je je weer hoe sterk de natuur is en dat zelfs zo'n grote stad als een kaartenhuis in elkaar kan storten. Dat is niet te voorzien. Men gaat na zo'n ramp door en help elkaar. Dat deden wij ook na de lekke band. (Al was ons kleine ramp natuurlijk niet te vergelijken is met deze ravage.) Vooral niet stilzitten en huilen, maar er het beste van proberen te maken. Net zoals ik dat probeer met mijn taak als schrijver...geen stress fans, morgen is the boss weer back. Als we tenminste ergens warm en veilig aankomen vanavond...fingers crossed! Donderdag 4 oktober 2018 (Dierendag)
Desenzano - Corte Casella 75km (1526km totaal) Het is nog donker als ik wakker wordt van een schorre haan die kraait. Het is pas 6:15u. De camping heeft een gasstelletje staan dus ga ik daar maar water op koken voor koffie, om de tijd te doden (duurt een eeuwigheid voor het kookt). Als we op het terrasje van de camping ons yoghurt-muesli ontbijt net achter de kiezen hebben komt de Duitssprekende Italiaanse eigenaresse met chocoladecroissants, broodjes en warme melk. Normaal vinden we die croissants vies maar het is zo'n lief gebaar dat het wel smaakt. Ze geeft ons nog wat korting op het verblijf, wenst ons goede reis en dan zwaait ze ons uit. Het is 4 oktober en de verjaardag van mijn oma. Gefeliciteerd met uw verjaardag lieve oma! We hebben taart gegeten in Mantova om het te vieren. Hele mooie oude stad is dat ook weer. De route erheen was ontzettend goed fietsbaar. Ik weet niet waarom maar ineens zijn er overal fietsbordjes naar Mantova over officiële fietspaden (daar wil ik het zo nog even over hebben) en tevens heel veel fietsers. Omdat het markt geweest is en men z'n spul aan het inpakken is, wordt het irritant druk met fietsers, die ieder een eigen weg naar Rome hebben bedacht en andere kanten uit willen. We hebben ouderwets goed doorgetrapt en komen lekker op tijd bij een Agriturismo aan. We mogen nogmaals ergens op een stukje gras staan voor een kleine vergoeding. Een enorme, kwijlende, oude hond komt ons verwelkomend tegemoet gewaggeld. De huidplooien van zijn wangen zwieren heen en weer wanneer hij iets harder loopt dan zijn lijf aankan, en geeft ons ieder een natte zoen. Naast schattige babykoeien en babykatten zijn er meer beesten. In het kwartiertje dat ik het kamp opzet wordt ik zo'n 50 keer in mijn boven-en onderbenen geprikt door gemene muggen. We gaan daarom extra vroeg de tent in. 19:00u was het om precies te zijn, het moet niet gekker worden. Nog even over dat Italiaanse fietspad. Het spijt me te zeggen en het is misschien het enige mislukte aan heel Italië. Maar dit kunnen we niet serieus nemen. Het is daarom ook zo dat wij ons vaker op de autobaan bevinden, waar we wél gerespecteerd worden. Naast het feit dat je als fietser je territorium moet delen met voetgangers, eindigt het pad even plots als het begon. Je neemt de moeite om aan de rechterkant van de paaltjes op zo'n pad te gaan fietsen, vaak de stoep op, en dan houdt het na 20 meter weer op. Of je moet verplicht de bocht om en oversteken op het zebrapad in plaats van gelijk rechtdoor met de auto's. Het klinkt onzinnig maar elk bochtje of stoepje is er één te veel, als deze voorkomen hadden kunnen worden. Ze zijn niet nodig ons doel te behalen. Dus wij doen onszelf niet langer te kort en rijden op de grotemensenbaan (nog steeds hartstikke veilig). Het doel voor morgen: Modena! Woensdag 3 oktober 2018
Iseo - Desenzano del Garda 78km (1451km totaal) We zijn weer back on track, de beste versie van onszelf. We fietsen ongeveer 80km van Iseo naar het Gardameer. Ja dat doen ze even zo, op een woensdagmiddag. Voor het eerst trots, op elkaar, trots op Italië, op de fietsen en zelfs een beetje trots op onszelf. De route is afwisselend en mooi. Soms een landweggetje met het vertrouwde geluid van tractoren achter ons, dan weer een sprookjesachtig stadje. Vooral Brescia maakt indruk. Een wat grotere stad die behalve alleen pittoreske kerkpleintjes ook graffiti op zijn muren heeft, een teken van jonge, rebelse inwoners. Hier wordt gerookt, gebruikt, gevloekt, geschreeuwd en in steegjes gepist. Zoals een stad hoort te zijn. Hier wordt geleefd. En alhoewel je het niet meer zou verwachten ruikt het er heerlijk naar wasmiddel en mannenparfum. Na nog heel veel natuurschoon zien we het meer al vanaf ver op de heuvel. We worden altijd blij als we water bereiken. Alsof we na een barre hete tocht de Sahara uitkomen en eindelijk weer water zien, terwijl we er onderweg al visioenen over hadden. Misschien overblijfselen van een dierlijk instinkt water nodig te hebben om te overleven. Of van vroegere strandvakanties toen je als peuter na uren en uren gespeeld te hebben in het zand absoluut niet mee naar huis wilde. Opstandig en eigensijs bleef je zitten in de duinen met de krokodillentranen nog op je bolle wangetjes. Mama en papa lopen door met de hoop dat je ze achterna komt, maar tevergeefs. We mogen ons tentje onder de olijfbomen bij het zwembad zetten op een camping die eigenlijk voor Duitse kampers bedoeld is. Een groot gebaar voor de normaal strikte Duitsers die erg op regels en structuur gesteld zijn. Van de eigenaresse krijgen we ook nog appels van eigen land. Sinds een dag of twee proberen we s'avonds vooral groente te eten om het koolhydraatgehalte een beetje omlaag te krijgen. S'nachts hebben we de extra calorieën tenslotte niet nodig. We begonnen buikpijn te krijgen van al die suikers en overdreven veel brood. Na het eten proppen we een lege augurkpot vol overgebleven-zelfgemaakte-paprika-olijf-feta-perzik-tomaat-salade voor morgen. Na een wasje en de afwas liggen we om half 8 in bed. Ik had vanmorgen niet durven dromen dat dit zo'n goede dag zou worden. Camping Mabellini Dinsdag 2 oktober 2018
Vaprio d'Adda - Iseo 55km (1373km totaal) Na regen komt inderdaad zonneschijn en alhoewel ik me dit cliché gisteravond ook wijs probeerde te maken, voelt deze ochtend als een andere dimensie. We zijn van de hel in de hemel beland. Alle ruzies worden bijgelegd, zo biedt Italië zijn excuses aan voor de slechte start. Vandaag laat hij zich van zijn beste kant zien door de mensen te laten lachen naar ons, de zon te laten schijnen, grint te vervangen voor glad(der) asfalt, minder auto's toe te laten op de wegen en zijn mooiste landschap te tonen. Hiervoor zijn we dat pokke-end vanuit Nederland komen fietsen. Zelfs het door de mens gecreëerde deel is mooi. Stadjes met oude, sierlijke huizen, bruggen, Romeinse kerken... noem maar op. Bij een banketbakkerij met de mooiste patisserie die we ooit gezien hebben mogen we ieder twee kleine kunstwerkjes (taartjes) uitzoeken van een dame die toevallig in de winkel is. Ze begon over onze fietsen in het Italiaans tegen Lotte, waarna de wél Engelssprekende bakkerin het gesprek vertaalde. Even lijken de grijze wolken van gister helemaal vergeten. We zijn vrolijk, fietsen achter elkaar met ieder muziek in. Maar als ik na een uurtje al mijn lievelingsliedjes heb geluisterd begin ik me te irriteren aan onzinnige dingen. Dat mijn fiets niet wil blijven staan op zijn standaard, dat er geen leuke muziek te vinden is, dat er toch wel scheuren in het wegdek zitten of dat er geen toilet te vinden is. Het zijn de littekens in ons geheugen die op willekeurige momenten pijnlijk beginnen te zeuren. Toch bereiken we met weinig moeite Lago d'Iseo. Er zijn belachelijk weinig campings op dit deel van de route, wat ervoor zorgt dat we na 50km moeten stoppen. Het Meer van Iseo kent een hele andere sfeer dan het drukke Comomeer. Hier is het kalm en vredig. Bedoelt voor mensen die verder zoeken dan hun neus lang is naar een mooie vakantiebestemming, die niet de grote menigte achternalopen. De eerste camping die we tegenkomen is zelfs al gesloten. De tweede is er eentje met een kiezelstrand recht aan het meer. Het stikt er van de Duitse levensgenieters, zittend voor hun kampers met een glaasje prosecco of halve liter Weißbier. Af en toe een jong gezin met een Volkswagen busje. Het is warm genoeg voor korte mouwen maar te koud voor een duik. Het waait een beetje en dat zorgt voor golfjes die het geluid van de zee nadoen. Het leven is weer eventjes goed. Camping Puncta d’oro Maandag 1 oktober 2018 (drie weken onderweg)
Bellagio - Vaprio d'Adda 60km (1318km totaal) Vandaag reden we niet voor ons plezier, het voelde puur noodzakelijk onszelf te verplaatsen, een stukje dichter bij Rome te komen. De regen lijkt mee te vallen s'morgens maar wordt gedurende de middag erger en erger. Op een gegeven moment hebben we beiden gezonken bootjes aan onze voeten. De route loopt over een verschrikkelijk fietspad waar ik heel erg boos op ben geweest. Mijn fiets schreeuwt om genaden terwijl gemene stenen hem onderuit proberen te halen. Hij maakt steeds meer geluiden de niet horen. 'Een fietspad mooi langs de Adda' staat er in het boekje. Nou GEWELDIG, top, leuk, enig. Nee vandaag gaan we even niet positief zijn en alles relativeren, zoals je merkt. Als alternatief op dit helse pad mag je op de autoweg waar het een stuk drukker is dan de dunbevolkte oorden waar we vandaan komen. Tot nu toe snap ik de lol nog niet helemaal van in Italië fietsen en ik begrijp waarom iedereen ons zo verstelt na staart. Ik hoor ze denken, rare vogels. We komen weinig lotgenoten tegen zoals we eerst wel deden. Het zijn alleen recreatie mountainbikers, geen trekkers zoals wij. Nog nooit waren we zo blij om te mogen stoppen met fietsen. De drijfveer van de dag was het idee binnen te mogen slapen in een fijn hotel. Alsof onze redders hebben gevoeld dat we dat nodig hadden. Natuurlijk zijn we de dag al bijna vergeten na het badderen en languit op bed liggen. Toch mag het even uitgesproken worden, vind ik. Als het eventjes helemaal niet leuk is, als een hoopje ellende zittend op die mooie fiets van je. Boos op de meneer uit het routeboekje, op de weg, op de auto's, de Italianen, heel dit land, onszelf, elkaar, de regen, het leven. Ik wil geen 'het hoort erbij' of 'dan is de overwinning groter' horen of 'dit is de enige dag regen' of 'morgen is het beter.' Nee vandaag was het gewoon niet leuk, punt uit. Ondertussen genieten wij van het hotel en hoeft niemand zich zorgen te maken over ons. Morgen weer een gezellige blog 😘 Hotel: Country Hotel Castelbarco Zondag 30 september 2018 Albosaggia - Bellagio 80km (1258km totaal) Dag 2 in Italië. Wat meer kilometers kunnen maken (gewoon met de fiets weer ja), een stuk of 80. We vertrekken vroeg bij de aardige boerenfamilie omdat we daar niet willen gaan klungelen met ontbijt. We rijden naar het volgende dorpje en lopen een café binnen voor een goede Italiaanse espresso & croissant. Er hangen groepjes man rond het café en even twijfelen we of wij daar wel horen. Één van hen is bijzonder geïnteresseerd om een onbekende reden. Hij vergezelt ons ongevraagd en betaalt de koffie. We vinden het raar en stappen op. Hij zegt 'maximo respect' te hebben voor ons, dat we hem aan zijn dochter doen denken en dat-ie iets of iemand uit Amsterdam kent. We vinden hem nog steeds raar. Het was niet gevaarlijk hoor Oma, klaarlichte dag en genoeg volk op straat. Het zou een belediging zijn als we niet één keer zouden zijn 'lastig gevallen' in Italië. Ze zijn hier nou eenmaal wat directer en misschien wat brutaler. Gelukkig kunnen we beiden van ons afbijten als het moet. We fietsen wat langs de Adda, proberen een mountainbiker bij te houden, kijken naar de mooie bergen om ons heen en dan ineens zien we water. Wat? Nu al? Het Comomeer ligt om 12:30u al aan onze voeten. Wel een brug gemist waardoor we een stuk terug moeten, vervolgens met een grote boog van het water af de weilanden in. Maar dan zijn we er écht! Er zijn ineens campings, restaurants, haventjes, bootjes, picknickvelden en zelfs surfers in overvloed. In het begin een onverhard fietspad en later de gewone weg. Van het fietspad worden de fietsen stoffig en klinkt het alsof alles kapot aan het gaan is. We hebben er de banden niet voor. De normale weg fietst een stuk fijner en hoewel Italië niet bekent staat om fietsvriendelijkheid gedraagt het verkeer zich keurig om ons heen. Ook zijn er fiets-wandelpaden om de berg heen om niet de tunnel voor auto's in te hoeven. Toch zijn we wel bek af aan het einde van de dag door de inspanning en het alert zijn continu. Om bij Bellagio te komen nemen we een pontje. Het is een chique stadje met een drukke boulevard. Op de top van de berg een dorp met onze camping die prachtig uitzicht heeft over het meer. Daar betaal je dan ook genoeg voor, zelfs uit het hoogseizoen. En ze kunnen het vragen want op dit stukje geen andere camping te bekennen. Het is zondag dus de winkels zijn dicht, wat ons verplicht iets in een dorpscafé te eten. We vinden precies wat we nodig hebben in een pizzeria met 90's muziek, wifi, bier, stroom en een barman die geen vragen stelt. Als we gaan zijn de Vengaboys verruild voor voetbal en de ogen van dorpsbewoners op het doek gericht. Deze mensen gapen ons tenminste niet zo aan als overdag. Voor Italianen is het niet te bevatten dat je (anders dan dagjesfietsers) vanuit Nederland met zoveel bepakking voor je lol hierheen gaat fietsen. Met heel veel woorden hebben ze het er over met elkaar. Morgen even een dagje regen maar het is een warm idee dat we binnen zullen slapen. We kregen namelijk een groot kado van onze fietsmentoren Joost en Karin: een nachtje slapen in een mooi hotel! We zijn super dankbaar. Ook Oma Annie heeft ons gesponsord om een keer binnen te slapen. Die bewaren we nog even voor als we het weer hard nodig hebben. Alvast bedankt lieve mensen! We zijn wel stoer maar vinden alle steun van thuis toch wel erg fijn :) Camping: Clarke Zaterdag 29 september 2018 Tirano - Albosaggia 35km (1178km totaal) Het is zaterdagavond en dat merk je, het restaurant loopt aardig vol om acht uur. Het is een familiebedrijf en in trek bij de locals, in ieder geval vanavond. De serveerster van eind twintig loopt haar benen onder haar lijf vandaan. Aan de lange tafel naast ons hebben familieleden van de eigenaren iets te vieren. Daar zit ook mama bij die ons vanmiddag naar haar douche wees. Soms staat zij even op om de vrouw in de bediening te helpen. Ze serveren gerechten met vlees, kaas en boter van eigen land. De andere ingrediënten van onze pasta komen ook niet ver hier vandaan. Haar zoon en tevens boer vertelde me vanmiddag dat hun koeien op de berg grazen en gedurende bepaalde tijd verder naar beneden worden gebracht. Hij wijst, 'Daar op die heuvel, zie je? Dat stuk zonder bomen.' Ik tuur in de verte en zie inderdaad, heel ver, heel hoog, tussen twee andere stukken Alp in, een open vlakte maar veel te ver om een koe te spotten. Er gaat het een en ander aan dit moment vooraf, voordat we hier aan een bord pasta zaten in, ja je raad het al, Italië! Waar we de enorme gastvrijheid al hebben mogen proeven. Die ochtend namen we vanuit Chur de trein naar Tirano. We besloten het heftigste deel van de Alpen vanuit de coupé van de mooiste treinrit van Europa mee te willen maken en het beklimmen van de Bernina- of Splügenpas te bewaren voor later. Anders hebben we niks meer te doen als we de ANWB leeftijd hebben bereikt. Het is een pracht-rit die doet denken aan de Droomvlucht. Met dennenbos beklede bergen, op het hoogste punt sneeuw dat gesmolten naar beneden stroomt in meren zo blauw als de zee op een kindertekening. En na die rit staan we plots op het station in Italië. Na Italië gevierd te hebben met cappuccino en gilato stappen we op de fiets, kijken of we het niet verleerd zijn. Het gaat hier gelukkig nog een beetje bergafwaarts. Het voelt raar en fijn om in Italië te zijn. Zo plots. Na Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Lichtenstein dan nu het beloofde land. Verder gaan we niet. Nouja nog een kleín stukje dit land in dan. Maar geen grens meer over. Onwennig maar vrolijk zweven we via het fietspad door het Valtellina dal langs rivier de Adda richting Comomeer, dat we morgen willen bereiken. We zullen tot Sondrio gaan vandaag en we weten dat daar geen campings zijn, maar we hebben genoeg rust gehad dus in Tirano blijven is geen optie. Mijn fiets en ik moeten aan dit landschap wennen waar de heuvels zich om elke hoek heftig maar kort, aandienen en de wortels en scheuren eigenwijs door het wegdek komen. Fiets (met zijn dunne bandjes) wordt onzeker van alle mountainbikes die voorbij komen, ik fluister hem toe dat hij dit kan. Bij een picknickbank helpt een Italiaan ons zoeken naar een kampeerplek. Hij belt stad en land af maar tevergeefs. We zijn veel te fit voor een hotel dus besluiten we een boer op te zoeken die ook aan Agriturismo doet. Misschien heeft hij 2m2 gras over voor ons. Hoewel hij eigenlijk alleen kamers verhuurt, hoeft de boer niet lang na te denken. We kunnen douchen, kamperen, eten én drinken op zijn erf. Het is een prachtplek met een uitzicht over de vallei van Albosaggia. Op het terras drinken we onze eerste Italiaanse rode wijn en wanneer het frisser wordt verplaatsen we ons naar binnen in het restaurant van deze lieve mensen. Eigenlijk is een dag niet te voorspellen maar vanmorgen hadden we stiekem gehoopt op een slaapplek bij de boer, ook wilde we graag wijn drinken en pizza eten (pasta telt ook). We hoopte op een avontuur en leuke ontmoetingen. Eén dag in Italië en we kregen het allemaal. Boerderij & restaurant: https://www.stellaorobica.it/en-gb/ristorante Donderdag 27 september 2018
Feldkirch - Chur 55km (1143km totaal) De wifi werkt niet helemaal mee op deze, verder uitstekende camping in Chur (Zwitserland). Het is ondertussen ochtend en 28 september, een vrijdag, en ik zal proberen de dag van gister weer voor de Geest te halen. Van gisteravond weet ik nog dat ik vooral moe was en geen inspiratie meer had. Uren eerder fietsten we door het centrum van Feldkirch (Oostenrijk). Dit hadden we nog niet gezien omdat de camping zich een kilometer voor het centrum bevindt. Het plaatsje heeft een romantisch, bijna Frans, karakter. Geen Heidi decor dus, hoewel zij niet ver hier vandaan tot leven kwam in het hoofd van schrijfster Johanna Spyri. We kopen wat kaarten en vervolgen onze weg door Lichtenstein terug Zwitserland in. Daar worden de bergen steeds groter en forser in het landschap. Als reuzen in winterslaap. Je voelt je nietig, onnozel en klein als mensje tussen hen in. Met je super-de-luxe fiets, keurig een helmpje op. Maar wat dacht je nou zelf? Dat je een kans maakt als je deze reus boos maakt! Doe niet zo onnozel. De mensen hier zijn aan hen gewend. Chur ligt tussen deze beginselen van de Alpen en geen mens lijkt er meer naar om te kijken. Tót de dag dat de bergen er genoeg van zullen hebben. De dampende, vervuilende gassen van het menselijke bestaan, het getimmer en ge-beitel aan hun voeten. Of wat dacht je van de tunnels die dwars door hun maag geboord worden of de huizen die hun schouders maar moeten dragen. Ze zullen niet altijd blijven slapen en als ze boos zijn, zijn wij mensen zo verslagen. Maar tot die tijd zullen we vol blijven houden dat wij de wereld aankunnen en de baas zijn. We zijn verbrand op ons gezicht van de felle zon in de weerkaatsing van de Rijn. Als ik s'morgens in de spiegel kijk heb ik op elke wang één rood vlekje. Misschien het punt dat het dichtste bij de zon kwam? Als ik lach duidelijke rimpeltjes die het resultaat zijn van zon, wind, droge huid en het glimlachen naar de mooie natuur. Verder zijn we uiterlijk niet echt veranderd. Nog steeds gezonde bolle wangetjes met wellicht iets dikkere beenspieren en kuiten. Innerlijk daarentegen zijn we natuurlijk helemaal zen en tot rust gekomen. Op enkele woede-uitbarstingen na op externe factoren die niet naar ons zin verlopen op een dag. Woensdag 26 september 2018 Arbon - Feldkirch (Oostenrijk) 55km (1088km totaal) Wat hebben wij fijn geslapen onder een wollen deken en ieder een zacht matras. s'Morgens komt Sisi de kat met ons kroelen. Vervolgens koffie uit een waar bonen apparaat. De air-b&b-meneer zit dan in de woonkamer. Omdat we het onbeleefd vinden een tweede koffie te nemen (en dat ding enorm lawaai maakt), zetten we onze mokken er tegelijk onder. Dan lijkt het maar één kopje. We fietsen (goh) precies 15 minuten langs de Bodensee als we haar alweer achter ons moeten laten. Eerlijk gezegd was er ook niet heel veel spectaculairs aan. Het landschap verandert gedurende de dag van een achterstandsbuurt naar een Villawijk, maar dan heb ik het niet over de huizen maar de omgeving. We zijn twee uur bezig met naar de grond staren, te zorgen dat grote kiezels onze banden niet laten klappen (het fietspad is absoluut niet fietsbaar) en dan... kijken we eens goed rond... en is het... zo vreselijk, verschrikkelijk, belachelijk mooi! Veel mooier dan we ooit op foto's van Zwitserland of Oostenrijk gezien hebben (we zitten op de grens). De Rijn stroomt als natuurlijke landsgrens door de bergen heen. Ik kom niet op de woorden om dit plaatsje verder uit te leggen. Kijk zelf maar: We mogen, na het oversteken van de rivier en daarmee de Oostenrijkse grens, een stukje door het bos met zo'n zelfde fietspad. Het is niet fijn maar mijn fiets doet het zo knap vandaag. Je hoeft alleen te sturen, hij zoekt zelf een weg tussen de gemene kiezels en schut ze af. Hierdoor af en toe een 'plong' geluid. Lotte's fiets heeft het iets makkelijker door haar (is een meisje) dikkere banden, maar ook daar mogen we trots op zijn. Tot nu toe (afkloppen) hebben we nog weinig mankement aan hen gehad. Goed, nog even over dat kiezelpad, je wordt er chagrijnig en boos van. Wie heeft dit aangelegd?! Waarom rijdt de route zo?! Maar wanneer je weer op een normale gladde verharde weg komt ben je zo blij en dankbaar. Wie had dat gedacht? Dankbaar voor een lap cement. Maar echt, oprecht gelukkig om weer normaal te mogen fietsen. En dat gevoel hadden we niet gehad als we thuis waren gebleven waar alle fietspaden perfect zijn. We moeten het eerst slechter hebben voor we waarderen wat we hebben (helaas). Zo ook met dat zachte bed, goede koffie, warm eten, een schoon toilet, warme voetjes etc. We nemen het onszelf expres af om er daarna weer van te kunnen genieten. Wat we gemist hebben gaan we straks weer enorm waarderen (en kapot knuffelen), andere dingen zullen we misschien wel anders doen of aanpakken door wat we hier geleerd hebben. En zo zetten wij ons tentje maar weer eens op. Op een mooie plek waar de zon vandaag scheen. Ondertussen verdwenen achter de hoge bergen opweg naar een andere land. Om de mensen daar te laten ontwaken. Waldcamping Feldkirch Dinsdag 25 september 2018
Andelfingen - Arbon 72km (1033km totaal) De wekker is al een tijdje geleden gegaan, dat heb ik niet gedroomd. Maar we doen allebei alsof we hem niet gehoord hebben. Het is koud om 07:15 in Klein-Andelfingen, op een camping zonder veel faciliteiten. Ohja, je kunt er douchen en zittend op een wc-bril je behoeftes doen, maar zonder verwarming en half buiten. Gelukkig zijn de mensen op de camping wel hartverwarmend. Als we dan toch onder de geschonken dekens vandaan komen staat er thee, koffie, mokken en een waterkoker klaar voor ons. We zijn uitgerust, redelijk warm en vrolijk als we wat later dan normaal de camping verlaten. Het is fris maar de zon schijnt. Bij Lotte houdt deze positieve energie heel de dag aan. Ik begin als een blij ei kijkend om me heen, tevreden met hoe ik mijn spullen op de fiets heb gekregen en met mijn warme blouse waarin ik me meer mezelf voel dan dat eeuwige fleece vest. Dit genot duurt ongeveer een uur. Dan merk ik dat mijn benen niet willen, ze voelen als pudding. Terwijl Lotte vlamt, verbrand ik langzaam in de rook van haar uitlaat (figuurlijk, we spelen niet vals met een motorfiets). Veel platteland vandaag met tussendoor af en toe een stad. Weer prachtige beestjes overal en serieuze landbouw. Ze hebben mega boerderijen en enorme lappen grond met gewassen die bewerkt worden met de nieuwste machines. Wie rijk is kan duurdere middelen kopen en wordt nog rijker (of is dat te kort door de bocht). We hebben een doel vandaag en dat is niet alleen het air b&b appartement halen of de 1000km aantikken. Die 1000 doen we ergens op de helft vandaag zonder dat we het doorhebben. Tussen neus en lippen door. Misschien wel terwijl ik mijn neus snuit zonder zakdoek (is daar een term voor Joost?) Dat gaat trouwens steeds soepeler maar nog niet helemaal zonder te knoeien. We boekten weer een nachtje binnen tegen de kou en omdat de prijs enorm meeviel. Nog een paar kilometer naar Arbon, de eindbestemming. Het is vooral naar beneden maar het wordt er ook drukker met auto's. We rijden een bos uit en als de huizen aan de kant zijn zien we je, de Bodensee! Waldshut - Andelfingen 60km (961km totaal)
maandag 24 september 2018 Gister was een makkelijke dag dus vandaag wordt zwaar. Zo gaat dat altijd dus nu ook. De wekker zetten we tegenwoordig weer om 7 uur in plaats van overdreven vroeg wanneer zelfs de zon nog moeite heeft met zichzelf omhoog te heisen uit bed. Lotte heeft er bij het ontwaken altijd zo'n 8,5 uur slaap opzitten. Ik vaak wat minder doordat ik me nog niet vroeg moe voel. Zo ook vannacht, toen de regen hard tegen de tent kletterde. Ook de wind deed zijn best om de voorspelde 'storm' waar te maken. Zonder succes want om middernacht is er niets meer aan de hand. Deze ochtend rijden we rond de grens van Duitsland en Zwitserland. We weten niet precies in welk land we zijn. Aan de taal kunnen we niets opmaken. We rijden langs boerderijtjes aan de rand van dennenbossen. Het is er zo vredig en mooi dat het een beetje pijn doet. Huisjes gemaakt met veel hout, moestuintje erbij, daarachter een stel knappe koeien of schapen met bellen om hun nek, vrolijk tingelend. Het ruikt hier naar dennennaalden maar soms ook naar zonnebloemen die te lang in een vaas staan en slijmerige stelen krijgen. De ondraaglijke geur van dát water wegspoelen in de gootsteen (herkenbaar of totaal niet?). We drinken vieze-automaat-koffie bij de bakker in Grießen waar de mensen welgesteld lijken te zijn. Grote huizen die een stuk minder lelijk zijn dan we van Duitsland gewend zijn. De mensen daarentegen hetzelfde. Om ons aan te passen aan de cultuur, dragen Lotte en ik onze rode fleece vesten. Dat is wat vrouwen hier dragen. Alsof zij het zichzelf (of anderen) niet gunnen mooi en vrouwelijk te zijn, zichzelf te tonen. Zij moeten toch ook ooit meisjes geweest zijn met vlechten in de haren? Wanneer besloten zij hetzelfde stekelachtige kuifjes kapsel te nemen als hun zoons? Of dat wandelschoenen beter zitten dus ook beter altijd gedragen kunnen worden? Goed hier laten we het bij, ieder zijn ding. Tijdens de middagpauze zijn we in Zwitserland, we weten het zeker. Herkenbaar aan de prijzen. We zitten in het restaurant van een tuincentrum. Nee, we kwamen inderdaad niks gezelligers tegen dan dat. Maar het is een (gemaakt) chique tent. De sèrre met plastic kroonluchters laat ons uitkijken op een netjes gemaaid gazon. De serveerster vriendelijk tegen haar, vooral ouder, publiek. Men probeert hier (en in de rest van Zwitserland) zo uitstekend zijn best te doen. Ze geven je meer dan je nodig hebt omdat je ook meer betaalt dan je nodig vindt. Alles ziet er piekfijn uit (dat is iets anders dan smaakvol) maar dat maakt het lastig voor ons goedkoop te slapen. Hotels zijn onbetaalbaar maar zelfs de campings zijn zeer prijzig. De eerste camping is zo belachelijk duur dat we vertikken te betalen. Dan maar even tandjes op elkaar en doorfietsen. Uiteindelijk komen we strontchagrijnig in Klein Andelfingen aan waar het wel te betalen is. Van de campingmevrouw krijgen we dekens en een beker wijn tegen de kou. Ze praat Duits met een gek dialect, zal wel Zwitsers zijn dan. Vandaag was niet onze dag, we hebben veel moeten zoeken, ook met gps. Die liep niet synchroon met het boekie. Waarschijnlijk door wegwerkzaamheden. Nu liggen we licht teut met de geleende dekens en allebei een mutsje op ons hoofd in de tent. Benieuwd naar wat ons morgen weer te wachten staat. Tcs camping club Zürich Basel - Waldshut 65km (901km totaal)
Allereerst een groet voor Oma Annie, ik heb gehoord dat u de blog leest. Heel veel liefs uit Zwitserland, we maken het goed. Het is wellicht goed om het voor vandaag hierbij te laten qua tekst, oma. Zondag 23 september 2018 In de kelder van het hostel zorgen we dat de fietsen lekker zwaar zijn door éérst onze spullen op hen te laden en ze dan pas met moeite de trap op te tillen, dat had ook andersom gekund. Maar we hadden nog nét niet genoeg last van onze rug. Een Indische-jongeman, geboren in Londen en woonachtig in Berlijn, is hier ook te fiets. We moeten een stukje dezelfde kant op. Dus fietsen we in een treintje achter elkaar aan. Hij vindt dat gezellig en wij kunnen eventjes hersenloos achter iemand aan fietsen die de weg weet. Hij is gladjes uitgerust in Vaude en Gore, fietsmerken die ik ook bezit. Toch ziet hij er professioneler uit, geheel in zwart. Ik fiets achter hem en staar in een hoek van 45 graden naar de grond. Zo kijk ik altijd de eerste paar uur van de dag voor me uit. Perongeluk staar ik daardoor naar zijn billen, die zich in precies dezelfde hoek bevinden maar verder niet bijzonder opvallend zijn. Ik probeer mijn ogen naar links te verplaatsen maar dat voelt onwennig, alsof ik scheel kijk. We fietsen niet echt hard, zon 18km per uur. Zou hij zich inhouden voor ons? Op dat moment begint hij iets harder te trappen. Ik hoop niet dat hij mijn gedachten heeft kunnen lezen. Roos ga je bezig houden met iets anders dan het achterste van deze vreemde. Maar tijdens het fietsen zijn er niet zoveel gedachten. Het is bijna mediterend hoe erg je nergens aan denkt. In Rheinfelden scheiden onze wegen. Lotte en ik gaan koffie drinken in het centrum. Als we weer vertrekken gaapt het terras ons aan (zoals gewoonlijk). Maar het maakt me niet meer uit, al kleed je me helemaal uit met je ogen! Het gaat vandaag wel veel over billen en naaktheid zeg. Wellicht zijn er bepaalde behoefte al enige tijd onvervuld en zijn wij een trapje gedaald in de Piramide van Maslow. De oermens komt in ons naar boven en we zitten nu weer onderaan bij de fysiologische behoeftes (zie bijgevoegde afbeelding). Langzaam zullen we veranderen in beesten. Niemand wordt uitgekleed en zelf houden we ook netjes onze fietsbroekjes aan (behalve tijdens de plas-pauze hangend boven de Rijn). We arriveren om 15:30u al op bestemming terwijl we vanmorgen lui waren en om 10:00u pas vertrokken. Deze voorspoedigheid is het resultaat van onze nieuwe strategie: genoeg rust. Ook gebruiken we nu navigatie op onze telefoon in plaats van het boekje, dat scheelt een uur zoeken per dag. Nogmaals bedankt Joost! Op de camping mag ik van Lotte vóór het eten apfelstrudel eten omdat ik zo'n 'honger' heb. Wanneer ik als een beest aanval op de taart heeft zij daarentegen de route voor morgen alweer uitgezocht. Ik had me geen betere padvinder kunnen wensen! Vannacht storm op komst! Daarover morgen meer... Zaterdag 22 september 2018
Bazel (of is het Basel?) - 0 km S'avonds in bed probeer ik een (gemaakt) gevoel van trotsheid te voelen. Tot Zwitserland gefietst, so-hee! Maar als iemand me vertelt dat ik in het vliegtuig naar Bazel heb liggen dromen en ijlend over fietsen heb gepraat in mijn slaap, dan zou ik dat geloven. Het voelt niet als één lange reis met een begin en eind. Meer de normale gang van zaken, een structureel terugkomend iets, zoals naar je werk of naar de wc gaan. In stijl lopen we om 9 uur over de galerij naar de ontbijtzaal. Lotte is gekleed in een gebloemd, gekreukt jumpsuit die zo intensief gebruikt is afgelopen tijd dat-ie zijn glans is verloren, met daarop een blauw spijkerblousje en sandalen aan haar propere voetjes. Ik een ruitenblouse op een gestippelde legging met sportsokken in rode Adidas slippers. Na het ontbijt bespreken we de toekomst (onze dagen na vandaag op deze aardkloot). We zijn tevreden over de voortgang. Dit hebben we bereikt door hard van stapel te lopen, zonder echte rust tussendoor. De laatste dagen waren zwaar en de dagen zullen nog zwaarder worden. Het 2e routeboekje ligt voor onze neus 'Basel-Florance' (ja dat is over de bergen). Het zal kouder en fysiek zwaarder worden en even zijn we ligt in paniek. Het is tijd voor een andere strategie. We zullen meer rustdagen moeten inlassen en minder bezig zijn met kilometers tellen. We zullen niet zo moeten uitkijken naar het einddoel (Rome) om per dag te kunnen genieten. Dan zullen enige tegenslagen ook veel beter te behappen zijn. Op tijd rusten, wat meer de tijd nemen voor de dingen die om ons heen gebeuren. Er speelde wat ongeduld bij ons om Italië te bereiken omdat we zo'n zin hebben in de projecten die we daar nog gaan doen. Maar met ongeduld ga je het niet halen, nee zeker niet. Je zult verdrinken in je eigen frustratie door alles wat er te veel op je pad komt. Terwijl wij willen leren omgaan met onaangekondigde bergen afval op onze weg. Die projecten komen zeker nog, in het volgende hoofdstuk. Maar wat is er leuk aan een verhaal waarvan je het eerste hoofdstuk niet gelezen hebt? Dus gaan we lezen, elke dag een bladzijde, en wanneer we te moe worden om door te lezen, doen we onze oogjes toe. En toen kwam er een dikke roze olifant en die blies het verhaaltje uit (voor vandaag)! Vrijdag 21 september 2018
Turckheim - Bazel 65km (836km totaal) De wijngaarden maken plaats voor velden vol met graan en mais. Een stuk minder charmant in het landschap maar zeker niet minder belangrijk voor het bestaan van de mens. Sommige velden zijn al gekortwiekt waardoor er droge kolven en bladeren op de weg liggen. De wind waait hen hoog de lucht in waar ze even zweven om vervolgens door hun eigen gewicht weer naar beneden te dwarrelen. Die wind wil ook ons de lucht in krijgen; hij ademt diep in en blaast dan weer uit. Alle losse deeltjes overgebleven graangewas vliegen de lucht in, het lijkt net een sneeuwstorm, maar ons krijgt hij niet omhoog. Omdat de wind niet tegen ons opgewassen is besluit hij ons een duwtje in de rug te geven naar Bazel. Het grootste deel van de route hebben we wind mee waardoor we stukken met 25km per uur kunnen afleggen. Kilometers door het bos, er lijkt geen eind aan te komen. Een brug over, zou dit dan de Rijn zijn? En ja het is de Rijn! Met een kleur zó mooi groen/blauw! Mooier dan de ogen van je eerste geliefde. Lang volgen we deze betoverende schoonheid die ons naar de grote stad leidt. Daar aangekomen moeten we het weer zelf uitzoeken. De stad begint grauw, het is net één groot, oud industrieterrein. Daarna begint het zich te transformeren in de populaire wijk Friedrichshain in Berlijn. Graffiti op de muren, moestuin bakken op elke hoek van de straat, moeders skeelerend achter kinderwagens, studenten op vintage mountainbikes, allemaal excentriek willen zijn en daardoor zo hetzelfde. De gebouwen worden mooier, klassiek en oud. De rivier blijft de basis van waaruit de stad zich ontplooit. Lotte heeft pijn aan haar bips en ik aan mijn knieën dus gaan we koffie drinken voor we de laatste 10 minuten aankunnen. We drinken de beste koffie sinds het laatste bakkie thuis bij Bagels & Beans in Den Bosch. Dan hebben we net genoeg energie om de laatste kilometer aan te kunnen. Het hostel blijkt dit keer echt een hostel te zijn, maar ik vind de naam misplaatst, het is net een hotel. Je deelt de badkamer maar daar is dan ook goed in geïnvesteerd. Een inloop-regendouche met shampoo en bodylotion zoveel je wilt! Ik zeem me daarom drie keer goed in, voor het geval ik een vuiltje vergeet. Later in de supermarkt verbazen we ons over het enorme assortiment en bijhorende prijzen. Uit al deze innoverende producten kiezen we pizza, sperziebonen en diepvries-witvis-met-kruidenkorst. Dit verwarmen we in de gezamenlijke keuken (het is tenslotte een hostel) en nemen het tot ons in de 'kantine' die mooier is dan hotel V in Amsterdam (zeer stijlvol). Als onze oogleden beginnen te hangen van ieder één biertje verplaatsen we onszelf naar het slaapvertrek. Daar zetten we geen wekker, leggen geen pakketje kleding klaar, hangen niets aan een waslijn en verbergen ook geen eten voor wilde dieren. We slapen languit en breder dan nodig op een zacht matras en maken ons alleen zorgen over de keuze of we boter, jam of allebei op onze croissant doen morgenochtend. Stay Generation YMCA hostel Basel Donderdag 20 september 2018
Molsheim - Turckheim 65km (771km totaal) Hoe het gaat met ons? Om maar met de deur in huis te vallen: Na 10 dagen fietsen krijg je een schraal achterste, dat is niet comfortabel. 'Derrière' in het Frans, klinkt beter maar nog steeds is het on-comfortable. Maar er is meer. Hoe gaan we dit netjes verwoorden Lotte? Als je andere dingen eet dan je lichaam gewend is kun je op een tweede manier last krijgen van een schraal derrière. Deze twee vormen van schraalheid samen zijn op zijn zachtst gezegd scheiße. Nouja, over op de orde van de dag dan maar. In topvorm zijn we dus niet. We komen s'morgens traag vooruit door de onduidelijke route, warmte en geestelijke en mentale tegenzin. Eenmaal door de zure appel heen galopperen we dan toch de zon achterna, op onze stalen rossen door de wijngaarden van de Elzas (noord-oost Frankrijk). Heuveltje op, heuveltje af. Hier is men bezig met druiven plukken. Tractoren rijden af en aan, containers vol witte & rode vino-to-be. Plukkers staan tussen de struiken met 32 graden in de brandende zon. Hun jasjes over de takken gehangen. Ik zie mijn vader er tussen staan in zijn jongere jaren. Af en toe komen we langs middeleeuwse dorpjes, allemaal even beeldig. Gele, blauwe en roze huisjes uit houten balken met bossen fleurige bloemen aan de vensterbanken en balustrades. Een sterke geur van wijn uit de poriën van de huizen en de mensen. In plaatsje 'Barr' houden we pauze en stappen een veel te chique restaurant binnen met netjes ingedekte tafels. In plaats van koffie bestellen we vandaag maar cola. Als we vertrekken zit het plots vol met nette, rijke senioren die op het punt staan om een lunch van vijf gangen aan hun zwembandjes toe te voegen. Ze staren naar ons, vanuit de kraag van hun gestreken overhemden. Wij voelen ons ongepast in ongewassen sportkleding met handen vol smeer maar zijn zeker niet jaloers op hen. Dan maar weer fietsen. Soortgelijke dorpjes komen en gaan, we beginnen te verzwakken. Het laatste stuk vanuit Berghaim naar Turckheim is door lange uitgestrekte wijngaarden die doorlopen op de heuvels. Het is er zo ónbeschrijfelijk, beláchelijk mooi dat ik niet anders kan dan geluk voelen. Alleen de helse pijnen die mijn zadel veroorzaakt maakt me bewust van het feit dat ik niet droom. Pure verwondering en zware afkeer naar waar we in zijn beland. Een man lacht vriendelijker dan de gemiddelde voorbijganger en terwijl hij me ontroert, schenk ik hem mijn meest gemaakte glimlach ooit. Ook Lotte wordt nijdig op elk menswezen dat in de weg loopt of niet op tijd wijkt voor ons gebel. We weten heus dat deze mensen niets verkeerds hebben gedaan. Wíj willen afzien, zweten, blaren kweken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Maar het is fijn als ze ons daar de ruimte voor geven. Op de camping drinken we wijn van druiven die in 2016 van dezelfde struiken zijn geplukt als waar we vanmiddag langs fietsten. We worden vrienden met de kampeerders om ons heen (omdat zij beschikken over een wijnopener). Morgen naar Bazel waar het eerste deel eindigt en onze rustdag begint! Camping Medieval Woensdag 19 september 2018
Mittersheim - Molsheim 100km (incl. Fout rijden) (706km totaal) Eigenlijk zijn we er s'morgens al klaar mee maar wie gaat er nou na 10km stoppen? Daar kun je thuis niet mee aankomen en je zult er Rome zeker niet mee halen. Het gastankje is op dus we hebben geen koffie. Het mag onderhand duidelijk wezen hoe belangrijk koffie voor ons is, onze brandstof. Chagrijnig als twee pubers onderweg naar school zitten we op de fiets. De weg houdt geen rekening met ons ochtendhumeur en neemt de gedaante aan van de rug van een kameel, of een dromedaris... degene met de meeste bulten. Vervolgens rijden we met een onbedoelde omweg naar Saverne waar we allebei twee café au lait drinken. Het is een schattig stadje met in de hoofdstraat winkels en mooie huizen. Gedetailleerder kunnen we het je niet meer navertellen, doordat vandaag zo veel was. We vinden het er leuk in ieder geval. We mogen een kanaal volgen, makkelijke weg zou je denken. Toch rijden we meerdere malen verkeerd. Het was te makkelijk voor ons, zonder uitdaging gaan we zitten dromen. Als je dan uiteindelijk wel goed rijdt langs dat kanaal kom je in Lutzelbourg. Het kanaal vervangt de 'kerkstraat' van dit dorp en loopt er dwars doorheen. Aan weerskanten hoge bergen en bossen. Het heeft iets weg van Zwitserland en Volendam. Ik ben er beide nooit geweest maar het lijkt me een goede omschrijving. In de gracht varen bootjes met mensen die ooit een goede baan hadden en nu de 67 zijn gepasseerd. Of wat de pensioenleeftijd in Frankrijk dan mag zijn. Ze lachen en zwaaien allemaal naar ons, je zou er bijna vrolijk van worden. Aan een picknicktafel in het hierboven geschetste decor eten we brood met kaas, Madeleines (franse cakejes) en tonijn uit blik door elkaar. Met een gevulde maag en een beetje buikpijn knallen we er nog zo'n 50km bovenop en komen uit-ge-blust aan in Molsheim. Klinkt Duits, is Frans. Als Lotte doet waar ze goed in is (de campingplaats regelen) laat ik mezelf vallen in het gras en sta pas weer op als Lotte met ijs naar buiten komt lopen. We verdelen de taken, aangezien het al 18:00 uur is. Lotte zet ons kamp op en ik doe boodschappen. De Super U is er zo eentje waar je naast levensmiddelen ook het assortiment van de Decathlon, H&M én de drogist kunt krijgen. Een hal zo groot als een voetbalstadion. Ik laad dingen in mn mandje om ze vervolgens weer terug te leggen op hun plek. Voor mijn gevoel ben ik uren weggeweest en het schemert buiten als ik terugloop. Lotte zal wel bezorgd zijn dat ik het niet heb aangekund, zoveel mensen, zoveel prikkels. Maar ze heeft me nog niet gemist. Niet lang na het eten gaan we in bed liggen en vallen inslaap. We dromen over de mooie omgeving van vandaag waarvan we, door onze eerste blaren, nog niet echt van hadden genoten. Camping: camping Municipal de Molsheim |
AuteurIn 2018 fietsten wij (Lotte en Roos) naar Rome. ArchivesCategories |