Hoe oud ben je als je leert fietsen? Jaartje of vijf? Met je mollige handjes strak aan het stuur, je vader die je vooruit duwt en zo goed mogelijk recht houdt, jij met een motoriek van een jong hertje. Ik weet niet of het oefenen de band versterkte of zorgde voor grote frustratie. Het enthousiasme bij het kind dat door haar ongeduld al snel omslaat in woede. Op eigen benen willen staan en tegelijk vaders duwtje in de rug nog nodig hebben. Ik herinner me een rood fietsje, door de brandgang wiegend de straat op. Papa duwt en ineens fiets je dan een stukje alleen! Steeds langer alleen.
Dit stukje stond nog ergens verdwaald in de notities van mijn telefoon. Wat er alweer drie jaar geleden is gezet door mij, waarschijnlijk ontroerd tijdens het fietsen. Ze zeggen dat ik op hem lijk, mijn vader. Waarmee ze vaak op uiterlijk doelen, "...dezelfde blauwe ogen," en aangezien ik tegenwoordig het liefst en alleen in zijn T-shirts loop met dezelfde bril als hij in de jaren 70, zou dat best eens kunnen kloppen. Maar daar houden de uiterlijke kenmerken van een vierentwintigjarige en een tweeënzestigjarige wel op, denk ik zo. Niets ten nadelen van jou papa, want je blijft een knappe man, ook met wat lachrimpels en lichtgrijs haar. Echter, zijn veel opvallendere gelijkenissen te vinden in ons karakter. We vinden bijvoorbeeld beiden de kwaliteit van het leven achteruit gaan naarmate het aantal menswezens in een ruimte toeneemt. We veroordelen ook allebei te drukke, extraverte mensen die achteraf toch best oké blijken te zijn. Onze lievelingsbezigheid is lezen en praten over hoe we onszelf in deze wereld moeten profileren, een oneindige vraag waar we maar geen eenduidig antwoord op vinden. Soms lijkt het alsof we 'anders' zijn, te serieus, te gevoelig. Gelukkig beschikken jij en ik over een goede dosis humor om het zware denken te kunnen compenseren. Ik vraag me af met wie ik dat soort dingen moest delen als het niet met hem was. Want de schrik 'anders te zijn' verdwijnt als sneeuw voor de zon als 'iemand anders ook zo is.' Het rode fietsje met het vijfjarige kind slingert over de stoep, ze schreeuwt het uit van spanning en plezier. Haar vader klapt in zijn handen en kijkt haar vol trots na. Maar als hij had geweten dat zij het achttien jaar later in haar hoofd haalde om naar Rome te fietsen, zonder hem, dan had hij haar natuurlijk nooit leren fietsen.
0 Reacties
In de roman die ik momenteel lees (het zesde deel van De Zeven Zussen) staat het volgende citaat van de Deense filosoof, Søren Kierkegaard:
"Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd." Mocht ik ooit nog een tattoo willen zetten op de gehele lengte van mijn linkerbeen, dan zou deze tekst zeer geschikt zijn. Want hoe vaak heb ik de afgelopen jaren proberen te begrijpen, op te schrijven, vast te leggen (onderanderen in de blogs die sporadisch verschenen), wat de bedoeling is van mij en mijn leven. Ik wilde zo graag mijn pijn en moeilijkheden begrijpen om er lessen uit te kunnen halen die de toekomst makkelijker zouden maken. De dingen op een rijtje krijgen, alle gebeurtenissen rangschikken tot een overzichtelijk geheel: een verhaal met een begin, midden en eind. En dan het liefst een sprookjesachtig einde waarbij Doornroosje nog lang en gelukkig leefde. Maar ik ben pas zesentwintig, heb nog geen kleinkinderen om wijze levenslessen aan mee te kunnen geven. Met andere woorden: er moet eerst geleefd worden voordat er terug gekeken en begrepen kan worden. "Maar ik hou toch zo van analyseren, reflecteren en jou helemaal binnenstebuiten keren," zegt mijn brein dan tegen me. En hoewel ik haar (mijn druktemaker van een hoofd) daar soms om haat, is de band tussen ons de laatste weken beter geworden. Het lijkt erop dat we beiden volwassen aan het worden zijn en geen zin meer hebben in die eeuwige strijd. Inplaats daarvan proberen we nu naast elkaar te leven en niet tegenover elkaar. Ik accepteer dat sommige dingen nooit zullen veranderen en daarom hoef ik er niet meer tegen te vechten. En op haar beurt accepteert mijn hoofd dat ze soms even een stapje terug mag doen, iets minder op de voorgrond staan. En misschien zelfs plaats te maken voor het lichaam en haar wijze raad. Stil zal ze nooit zijn, mijn bovenkamer, maar dat verwacht ik dan ook maar niet meer. Sinds de interne strijdbijl is begraven heb ik minder last van paniekaanvallen. En even voor de duidelijkheid, ik heb gelukkig nooit last gehad van een lichamelijke paniekaanval met hyperventilatie enzo, maar wel een hele nare neerwaardse spiraal van paniek in mijn hoofd waar ik moeilijk uit kwam. Over 'hoe het nu verder moet' met mij in de maatschappij. Maar nu hoofd en ik weer vriendinnen zijn kan ik het me permitteren om haar vaker de mond te snoeren. Wat er dan vrijkomt is plezier, creativiteit en hoop. Ik durf dan te dromen van een toekomst waarin ik mijn eigen illustraties maak en daar mijn geld mee verdien. Ik heb plezier tijdens het maken van tekeningen en er is ruimte voor allerlei gekke ideeën. En ik laat dit prille geluk niet gelijk verpesten door te denken aan hoe dat tot succes moet gaan leiden, of het wel rendabel is, en van dat soort flauwe, vuur dovende grote-mensen-gezeik. Creativiteit is iets heel kinderlijks dat soms vanuit mijn hart komt opgeborreld en vervolgens in mijn vingers gaat zitten. Ik sta er dan van te kijken wat voor moois er ineens voor me ligt. Anderzijds is het er soms gewoon niet. Er is vertrouwen, ruimte en tijd voor nodig om het vuur aan te wakkeren, en het zal doven als dat er niet is. Op tijd stoppen is daarom belangrijk en niet al m'n zinnen op dit talent zetten, maar het zien als een gave die langzaam ontwikkelt wordt. Ik zal waarschijnlijk op deze site in de toekomst wat van mijn werk gaan delen. Niet om gelijk van door te breken maar wel om het kleine waakvlammetje dat is ontstoken warm te houden. De prikkels van de wereld kunnen zo hard binnenkomen bij mij, en om het extra lastig te maken uit dat zich in verschillende vormen in mij. Lastig omdat ik geen idee meer had of ikzelf met een probleem zat of dat het van buitenaf kwam. Alle geluiden, emoties, indrukken en andere prikkels om me heen mengden zich in mijn hoofd namelijk met mijn eigen persoonlijkheid, waardoor ik me niet goed in mijn vel voelde. En als je niet weet wat er scheelt, kun je jezelf ook niet helpen om het leven wat gemakkelijker te maken met de nodige aanpassingen. Deze prikkels zorgen voor stress in mijn zenuwstelsel, drukte in mijn brein, een knoop in mijn borst, een hart vol verdriet, gespannen spieren, ademnood, emoties die hoog oplopen en algemene misère in mijn lijf, geest en ziel. Dingen die een ander misschien niet eens opmerkt komen binnen als kogels die gaten maken in mijn hele wezen. Waarna mijn eigen levensenergie door de gaten naar buiten stroomt en ik langzaam (of snel) mezelf niet meer kan aanvoelen. Omdat er teveel indrukken van anderen aan me kleven wat ademen alleen al zwaarder maakt.
Natuurlijk wil ik leren hoe dit minder op te pikken of gemakkelijker los te laten maar eerst zal ik het hooggevoelige in mij moeten kunnen toestaan, accepteren. Ik heb heel mijn leven al een grote behoefte aan zelfacceptatie en dat kan niet bereikt worden met pleisters-plakken of andermans medicijn. Ik zal de 'last' die ik ervaar nooit helemaal kunnen oplossen, het hoeft ook niet, het hoort bij mij. Het maakt me ontzettend van slag, het breekt me op in 1000 kleine stukjes, het maakt me banger dan ik ooit was, verdrietiger dan ik gekend heb. Maar het moest eruit, wegstoppen was niet meer vol te houden. Iemand anders wensen te zijn, het toneel spelen, groot houden was verstikkend. Ik wil voelen wat ik voel, toestaan om van slag te raken bij wat dan ook. Langzaam raak ik minder in paniek van mijn emotionele uitbarstingen, ik zie ze als iets belangrijks om naar te luisteren, ze liefdevol te behandelen. Ik ben mijn lichaam eeuwig dankbaar voor de signalen die het (in uitvergrootte versie) aan me weergeeft. Het is niet meer nodig om af te kijken hoe 'de rest' met dingen (het leven) omgaat. Mijn gesloten boek gaat langzaam open en ik begin opnieuw te leren lezen. Na een week of twee het idee te hebben gehad dat er een drukkende mist in en om mijn hoofd en hersenen hing, zijn de grijzen wolken nu weer rustig verder gewaaid, weg van mij. Het zware, benauwde gevoel dat zich tussen mijn ribben genesteld had en ontspannen ademen onmogelijk maakte is met dezelfde windvlaag vertrokken. Tijdens een wandeling in het bos vanmiddag verlang ik zonder wanhoop naar een leven dichter bij de natuur. Ik laat mijn gedachtes hun gebruikelijke dromen maken zonder ze met een mindfulness oefening terug in het moment te dwingen, en merk daarbij dat het oké is. Een vaag gevoel van tevredenheid stroomt door mijn lijf zonder dat het stuit op een blokkade ergens onderweg. Er is ook geen strijd gaande tussen tegenstrijdige overtuigingen in mijn hoofd die elkaar de oorlog verklaren. Niet eens is er het verbitterde verdriet dat ik de laatste tijd zo vaak voelde in mijn hart. Met het vertrek van de boze buien kan ik weer helder nadenken, is de hemel weer blauw en eindeloos. Ik kan niet zeggen dat het helemaal stil is in mijn hoofd. Nieuwsgierig en onrustig als een jonge hond die niet lang stil kan zitten gaan mijn gedachtes toch naar de grote vragen die momenteel diep in mijn botten zijn gekerfd. Maar nu niet op een dwingende angstige manier, koortsachtig zoekend naar antwoorden. Nee, eerder rustig, open, met vertrouwen en respectvol naar mezelf in mijn huidige situatie. In een zonnig bos waar jonge groene blaadjes en witte bloesems de komst van de lente verklappen adem ik de frisse voorjaarslucht in en loop door.
In Nederland hebben we een voorziening voor mensen die door verschillende redenen (voor bepaalde tijd) zelf te weinig inkomen hebben, de Bijstand, ook wel 'het laatste vangnet' genoemd. Wat bijna klinkt alsof, als ze je niet opvangen in hun netten, dit het einde van je leven betekent. Dat is natuurlijk niet zo. Echter bungel je wel onderaan het systeem dat we hier hebben en graag zo houden. Namelijk iedereen draagt zijn financiële steentje bij aan de overheid, die het weer netjes (gaan we even vanuit) investeert in de maatschappij. Hoe je je geld verdient maakt niet zo veel uit, of je nou bankdirecteur, ondernemer of kaasboer bent. Wat de maatschappelijke impact is die je biedt of schaadt doet er ook niet toe. Als je maar netjes werkt, belasting betaalt en gewoon een beetje normaal doet. Eigenlijk is de Bijstandsuitkering al een groot privilege van in Nederland zijn geboren, begrijp me niet verkeerd. Want veel landen ben je op jezelf aangewezen als je door ziekte, pech of stommiteit niet kunt meedraaien. Het ding is dat ze je, na het opvangen, zo snel mogelijk willen uitgooien in de open zee. En behandelen ieder (op)gevangen visje ongeveer gelijk. Terwijl ieder wezen natuurlijk in behoefte verschilt. Maar het systeem werkt beter als er meer meedraaien, meewerken, geld verdienen. Waarbij kwantiteit belangrijker lijkt dan kwaliteit en korte termijn boven lange termijn geldt. Want bij 'snel weer aan het werk' is geen tijd voor 'op z'n plek zijn'. De vraag die wel eens bij me te binnen schiet is of ik, en misschien nog een klein groepje medemensen, überhaupt wel passen in individualistisch grote-mensen-wereld. Dan durf ik het zelfs wel eens in mijn hoofd te halen om te bedenken dat het ook anders zou kunnen. Een dagelijks leven dat niet om rekeningen betalen gaat, maar om duurzaamheid, zelfvoorziening en dicht bij de natuur. Geven en nemen van vaardigheden, producten en diensten...
Ik merk dat ik weer te ver afgedwaald ben met mijn gedachtes en droombeelden. Dus plens wat koud water in mijn gezicht en ga door met waar ik mee bezig was: proberen om zelfstandig te zwemmen. "Misschien is deze vacature op een kinderboerderij iets voor jou," werd mij vanmorgen ongevraagd getipt tijdens het post sorteren. Het is nog niet eens zo'n gek idee, en even zie ik mezelf al staan tussen de schaapjes en cavia's. Als ik later die middag besef dat het fysiek nog te zwaar zal zijn voor me begin ik naar andere vacatures te zoeken. Om even later te beseffen dat het nog helemaal geen tijd is om verder naar werk te zoeken. En dat ik het alleen maar doe omdat het eng is om het los te laten. Eng om stil te staan en niet mee te gaan in wat ik om me heen bij andere mensen zie. Wat misschien zou 'horen' om te doen. Maar het ontbreekt me niet aan interesses of talent, hoewel dat zeker wat afwijkt van de standaard of wat ik tegenkom op vacature sites. Maar daar is wel een weg in te vinden later. Het ontbreekt me aan energie, mentaal en fysiek. Dus dat geduw in richtingen waar ik nog niet klaar voor ben is niet handig. En de enige reden dat ik dat doe is omdat het eng is (tijdelijk) buiten de boot te vallen, niet mee te doen met de rest. Kiezen voor mezelf was nog nooit zo eng. Maar ook nog nooit zo nodig. Een handig voordeel van mijn situatie is dat ik ook niet meer anders kán. Even tegen de stroom van mijn gevoel inzwemmen en ik word in mijn gezicht geslagen door een ongekende fysieke en mentale uitputting. Waar ik dan vervolgens van mag bijkomen en mijn zondes tegenover mezelf mag overdenken. Al doende leert men, te luisteren naar zichzelf. En dat mag op een rustig, eigen tempo. Maar wat niet meer mag is het uitstellen tot later. Iets heeft besloten dat we nu, op dit moment, door een zure appel heen moeten bijten. Een omslagpunt waarin oude patronen moeten worden doorbroken. Dus niet de dingen alleen maar doen omdat ze horen, omdat de andere kinderen het doen, of omdat het veilig is, we inkomen nodig hebben, we kansen moeten grijpen of we dénken dat het moet. Dit zijn lastige dingen om te doorbreken omdat je dénkt dat je ze wilt maar niet vóelt dat je ze wilt. En ik weet niet hoe het bij jou zit, maar mijn hoofd is meestal sterker dan mijn gevoel. Daar zitten alle overtuigingen over hoe de dingen zouden moeten zijn... en het meeste daarvan is aangeleerd door of afgekeken bij anderen. Maar helaas, bij de opdracht die ik in mijn schoot geworpen heb gekregen kun je niet afkijken bij anderen, die moet je helemaal zelf maken. En dus iets heel engs te moeten doen, enger dan een sprong in het diepe, enger dan kansen grijpen, enger dan strijden en vechten, enger dan je droom achterna gaan. Namelijk... stil staan.
Mijn ogen huilen terwijl de dikke mevrouw tegenover mij een worstenbroodje eet en de kamer zich vult met de muffe geur van vette snacks in combinatie met kantoor zweet. Ze biedt me een van haar servetten aan om mijn ogen te drogen. De vraag die ze zojuist stelde brak mijn tedere schildje dat ik had opgebouwd voorafgaand aan dit gesprek en het voornemen me groot te houden. De kleine mental breakdown lag niet aan die gestelde vraag specifiek, maar wel aan de aandacht gericht op mij, wachtende ogen die een kijkje binnenin mij wilden. Ze branden op mijn gezicht en maakten dat mijn wangen rood kleurden. Naast de vrouw met het worstenbroodje, mijn leidinggevende, was er ook nog een werkconsulent bij. Het speelde zich gistermiddag af. We zaten daar met z'n drieën in een kantoortje voor mijn drie-maanden-gesprek, op een plek waar ik aan het reïntegreren ben. Ik zei ze dat het wel redelijk ging op het werk maar ik een doel mis in mijn dagen en het tegelijkertijd nog steeds beangstigend vind om over de toekomst na te denken. Het is namelijk altijd te moeilijk of te makkelijk, stilstaan of een stap te ver, te veel of te weinig, te spannend of te saai. Het werk dat ze me geven is geestdodend maar mijn geest daarentegen... still very alive. En niet op een goede manier. Ik bedacht me vanmorgen op werk (een dag na het gesprek) tijdens het sorteren van de post dat ik een blog zou schrijven over de ervaringen van gister, maar het is nu een beetje als watten in mijn hoofd. Misschien had ik haar servet niet moeten aannemen, zat er teveel vet op dat naar mijn hoofd gestegen is. Maar de warrigheid zorgt dat ik niet helder kan nadenken en geloof me, dat voelt vandaag als een zegen. Een beetje rust. Geen inzichten of openbaringen dus dit keer, alleen trek in worstenbrood.
Het is 30 december dus dan ga je automatisch reflecteren op het afgelopen jaar. 2020 was misschien een stroef jaar voor mij persoonlijk, maar het was ook het jaar van mijn tuin. 200 vierkante meter aan persoonlijke speeltuin, privé-school, dagbesteding en therapie. Nu alweer dagdroom ik over welke nieuwe plantensoorten volgend jaar verbouwd kunnen worden. Maar eigenlijk gaat het niet om de details maar over de visie erachter. Dichter bij de natuur komen te staan, meer zelfvoorzienend leven, meer van eigen land eten. Verwonderd worden door hoe het seizoen de natuur keer op keer doet veranderen. Hoe het altijd weer lente wordt na een donkere winter.
Vandaag
Het is steeds een komen en gaan van overtuigingen in mijn hoofd, die ik lange tijd kan weerstaan. Over hoe (erg) mijn huidige situatie eruit ziet en hoe hiermee om te gaan. Tot het te heftig wordt en ik er weer mee in zee ga. Om ze vervolgens uit te pluizen, om te draaien, in het verleden en de toekomst te plaatsen en dan weer te beseffen dat dát me nou juist ziek maakt. Uiteindelijk in bed te kruipen en moe van het huilen in een diepe slaap te vallen. Even verlost van het drukke hoofd. Gisteren was zo'n dag: Gisteren "Soms voel ik me angstig door de gedachtes die door mijn hoofd dwalen. Ze schieten alle kanten op en ik probeer ze te pakken. Ze zijn zo chaotisch en heftig dat ik ze wil wegdenken met nog meer gedachtes. Ik krijg er maar geen grip op, geen manier bedacht om hiermee om te gaan. Mijn lijf snapt het ook niet meer en is heel de tijd boos en verdrietig. Mijn hart voelt koortsig en gebroken. Van boven tot onderaan mijn ruggengraat zit het vast. Mijn hoofd bonkt en doet zeer van zoeken naar oplossingen. Het is alsof ze niet meer samen kunnen werken, mijn hoofd en hart. Ze willen heus wel het beste voor mij, maar het lukt even niet. Vandaag helpt tot onze spijt, zelfs mindfulness niet meer om rustig te worden. Ik probeer me er uiteindelijk maar aan over te geven en kruip onder een dekentje. Want deze status kan maar beter als een flinke (psychische) griep worden gezien. Want ik bén niet de griep, ik héb hem... en hij gaat weer voorbij. Met rust, warmte en geduld. Dan hoop ik door zo openlijk te schrijven over mijn gemoedstoestand mezelf en andere mensen ooit nog eens te kunnen helpen, want dan is deze ellende nog ergens goed voor." Vandaag Ik zal komende tijd nog zo vaak verstrikt raken in mijn eigen hersenspinsels dat je me beter zou kunnen aanraden om de verdoving maar gewoon te gaan zoeken in het alcoholisme. Mijn toekomst en waardigheid te laten voor wat ze zijn en een simpel leven onder de brug op te bouwen (voor zover je dat kunt 'opbouwen'). Dat zou op korte termijn een stuk simpeler zijn, en het is me bovendien aangeraden in het moment te leven. Echter, de kater zou me het niet waard zijn. Dan maar opnieuw en opnieuw en opnieuw in en uit ademen. Het hoofd laten zijn voor wat het is, aandacht op de adem. In en uit. Keer op keer. Uur na uur. Dag na dag. Jaar na jaar. Als je een burn out hebt of overspannen bent, ervaar je bijkomende lichamelijke en geestelijke klachten waarschijnlijk als ergernissen. En zodra het een ergernis is voor jou levert het meer stress op want je wilt er van af. En zo bezorg je jezelf (onbedoeld natuurlijk) chronische stress en een vicieuze cirkel richting de bodem van een diepe put. Dit is in ieder geval mijn eigen ervaring. Maar wat doe je er dan aan? Ik mocht afgelopen jaar meerdere malen spreken met de huisarts, een psychologen praktijk (om op een wachtlijst te worden gezet), twee andere psychologen (waar ik wél terecht kon maar zonder vergoeding), de dokter in het ziekenhuis voor vage rugklachten, de bedrijfsarts van het UWV, andere mensen van het UWV, een werkconsulent Bijstand, andere mensen van de Bijstand, een Osteopaat, een Mensendieck-therapeut, een jobcoach, en dan vergeet ik er misschien nog een paar. Genoeg hulp toch zou je zeggen? Hoewel ze niet allemaal even veel begrip en vooral kennis hebben over de situatie. En dat is misschien niet eens zo raar, want de ene burn-out is de andere niet. Omdat er achter de ‘ziekte’ ook ergens nog een mens zit verstopt. Dat vergeet ik zelf wel eens, omdat het zo verrekte lang duurt en de klachten er door de jaren heen zijn ingesleten. Ik heb vaak gedacht dat ik knettergek aan het worden was en dat ze me maar in een gesticht moesten stoppen. Nu gaat het iets beter met me maar ik voel me nog dagelijks breekbaar, emotioneel instabiel, overprikkeld, overspannen, zenuwachtig om mensen te spreken, de straat op te gaan of weer langzaam mijn werkende leven op te bouwen. Dan voel ik me als een klein kind dat achter haar moeders rok wilt schuilen en nog niet zelf de grote boze wereld aan kan.
Om het verhaal een beetje positief af te sluiten heb ik toch een advies voor mensen in hetzelfde schuitje (naast de dingen die je zelf kunt Googlen zoals goed voor jezelf zorgen, grenzen bewaken, eigen tempo bepalen...etc). Namelijk om het hele gebeuren op een Mindful manier te bekijken, de hele storm binnen in je. Want in je hoofd en lijf gebeurt van alles en je bent de draad kwijt en opzoek naar structuur en grip op de situatie nietwaar? Ikzelf heb alle ‘problemen’ lang willen oplossen met denken, verbanden zien, verklaren waar het vandaan komt, bedenken welk jeugdtrauma er moet worden aangepakt. Maar het maakte mijn humeur niet beter en mijn hoofd niet leger. Tot ik een Mindfulness training deed en de leraar zij dat je dingen mocht laten zijn, zonder oordeel, zonder er iets mee te moeten. En dat zeg ik nu vaak tegen mezelf wanneer het weer oorlog is in mijn hoofd. En het lijkt erop dat het dan rustiger wordt, en ik me minder ga ergeren en daarmee de vicieuze cirkel doorbreek. Eigenlijk geef je jezelf over aan de vijand waardoor die het maar saai vindt en vertrekt. Goed, dit was mijn verhaal, ik weet niet of de ervaring hetzelfde is bij anderen want ik kan tenslotte alleen in mijn eigen hoofd kijken, en ik kan je verzekeren, dat is meer dan genoeg! Ik heb laatst proberen op te schrijven hoe het soms kan voelen om hooggevoelig te zijn, maar ik verdronk in mijn eigen omschrijving. Lees maar:
"Buien die zomaar komen opduiken en uiteindelijk weer wegebben. Als donderslag bij heldere hemel. Misschien wil je een voorbeeld om je te kunnen verplaatsen. Stel je bent een klein meisje op schoolreis naar zee. De klas rent luidruchtig het water in, want ze zijn niet bang. Zelf zet je kleine stapjes in het koude water en krijgt al nare gedachtes over welke monsters er verscholen kunnen zitten in de donkere oceaan. Ook dreigt er gevaar boven het water in de lucht, daar hangen grijze wolken. Maar je wilt ook meedoen met de anderen dus je loopt de zee in. De wind blaast zijn frustratie uit en laat de golven hoger en hoger worden. Je valt om en krijgt ineens het gevoel opgezogen en meegesleurd te worden door een stormachtige zee van emoties. Je ziet dat de leraren je vanaf de kant toejuichen, geen flauw benul. De boze golven overspoelen je kleine lichaam en je gaat koptje onder want die sukkels hebben je nooit leren zwemmen. Door al het water in je longen krijg je nauwelijks lucht en verdriet maakt dat je zoute tranen huilt. Het is niet de eerste keer dat je op open water bent beland, moederziel alleen aan het zinken naar de bodem van de zee. Toch zijn er genoeg mensen om je heen maar zij lijken geen last te hebben van het wilde water. Ze zwemmen onbezorgd een aantal baantjes en gaan dan weer liggen op hun badhanddoek. Als je te moe bent om nog langer tegen de stroming in te zwemmen geef je je over aan de stroming die je diep naar beneden trekt in het donkerblauwe water." Ik lees dit zelf terug op een dag dat er geen donkere wolken en hoge golven zijn, en vind het best intens. Toch weet ik dat er meerdere dagen per week zijn waarin de wereld precies zo aanvoelt voor mij. Wat ik gelukkig begin te beseffen is dat het letterlijk buien zijn die komen en gaan. Je kunt een donkere bui niet wegtoveren maar je hoeft hem ook geen extra aandacht te schenken, want dan voelt ie zich serieus genomen en blijft langer hangen. Jijzelf, de mensen om jou heen, en zelfs psychologen moeten deze buien niet maken tot een probleem. Want een probleem moet worden aangepakt, opgelost. Dan krijg je het gevoel dat 'jij' moet worden veranderd of opgelost. En dan krijg je ook weer te maken met een enorme interne strijd. Die je weer een paar dagen onderuit haalt. Het is dus zeker heftig om het leven zo intens te ervaren, alsof je het stootkussen bent van een bokskampioen. Maar door de gave om te reflecteren, leer je elke dag meer over jezelf, wat elke dag interessant maakt. Bovendien zijn er nog veel meer positieve aspecten aan hooggevoeligheid, maar die ben ik nog aan het ontdekken. ;) Weinig licht komt er deze oktober morgen binnen door de gordijnen van mijn slaapkamerraam. De regen klettert neer op de straattegels buiten. De zomer is nu echt voorbij.
Mijn gedachtes gaan naar mijn groentetuin en naar de rijke oogst van dit eerste seizoen. Ondanks wat plagen waren er volop paarse boontjes, wit-groen gestreepte pompoenen, kleine snoeptomaatjes, rode en gele bieten, alle kleuren snijbieten en courgettes, heel veel courgettes. Gelukkig stopt het seizoen van een tuinder vaak niet zo abrupt als de zomer dat kan doen. In de herfst is er nog boerenkool te halen van eigen land, en spruitjes, snijbiet, peterselie, wortel, aardappel en pompoen. Maar de dagen worden kort en nat en regenlaarzen worden vies van de klei die in grote kluiten blijft kleven en lopen zwaarder maakt. Als je een kijkje zou nemen in de grote kist die op de tuin staat voor groot gereedschap, zouden rattenkeutels je eetlust van de dag verpesten. Steeds meer dorheid en schimmel is te zien op bladeren van de gewassen die er nog staan. En als je niet oppast verpest het je humeur omdat alles waar je deze lente en zomer zo hard voor hebt gewerkt aan het vergaan is. Maar het schijnt zo te zijn, heb ik me laten vertellen, dat het bij de natuur hoort. Dingen groeien, bloeien en vergaan. Bloemen en planten veranderen langzaam in compost en geven zichzelf hiermee terug aan de bodem. Het is een mooi verhaal maar vandaag blijf ik lekker warm en droog binnen. Ondanks het grauwe weer zijn daar de geluiden van de eerste groepen mensen die arriveren op de zaterdagmarkt. Meer geluiden stromen ongevraagd mijn kamer en oren binnen. Soms het gegrom van een voorbijrijdende scooter, constant de muziek van de onderbuurman, dan weer een overdreven hard pratend figuur op straat, hij zou een goede marktman zijn. Een windvlaag laat het gordijn dansen en zorgt ervoor dat ik verder onder de dekens kruip. Naast het raam op een tafeltje ligt een mooie groene pompoen te pronken die ervoor zorgt dat ik me toch een beetje ga verheugen op de herfst en winter maanden die komen gaan. Stel, je leeft in Nederland, in het jaar 2020. Je bent 25 jaar, 'in de bloei van je leven.' Niet boven, maar ook absoluut niet onder gemiddeld intelligent. Je hebt behoefte aan sociaal contact maar het hoeft van jou allemaal niet zo dichtbevolkt op, onder, naast, met en boven elkaar. Broodbakken doe je liever zelf zodat er niet zo mee geknoeid wordt. Ook begrijp je niet waarom er tegenwoordig zo weinig tijd gaat naar het kweken en bereiden van je eigen voedsel, en zo veel tijd gaat naar zorgen dat je een 'belangrijke' baan hebt, naar een laptop staren, nieuwe spullen kopen, en jezelf positioneren op netwerkborrels. Binnen een halfuur de supermarkt te bezoeken én je eten naar binnen te schuiven. Je begrijpt natuurlijk wel dat anderen prima tevreden zijn met zo'n leven, dat het ouderwets is om je dag enkel te vullen met basic's zoals wassen, koken en op het land werken. Dat zij liever pitchen en brainstormen en vergaderen en verkopen en promotie krijgen en 'zichzelf verder ontwikkelen'. Maar jij, jij voelt in je hart dat je daar niet tussen past. Wat dan?
"Het zaadje dat je nu hebt geplant zal later uitbloeien tot iets goeds, ook al is daar nu nog niets van te zien," is de meest gebruikte metafoor die mensen afgelopen halfjaar hebben gebruikt om mij beter te laten voelen. Het zal ook te maken hebben met dat ik me in de tuinbouw begon te verdiepen. Maar de bedoeling is goed natuurlijk en ik geloof er graag in. Dat je bezig bent je eigen toekomst beter te maken ook al voelt vandaag nog geen haar beter dan gisteren. De reden dat ik mij niet al te best voelde is het jarenlang mee draven in andermans tempo, gecombineerd met een moeizame zoektocht naar een passende plek in deze maatschappij. Het gevoel dat je altijd een beetje anders bent geweest, als kind vooral. Daarna zeker niet minder maar dan heb je zoveel trucs aangeleerd dat je niet meer weet wat je eigen lievelingskleur ook al weer was. Omdat je veel hebt gekopieerd van anderen om erbij te horen. Vooral in de puberteit, zeg wat ben ik blij dat die voorbij is. Maar goed, nu aangekomen in het 25e levensjaar zonder al te veel kleerscheuren maar met toch wel een klein minderwaardigheidscomplex van 'je bent niet goed genoeg verlegen kind,' opgelopen op de basisschool.
Wat de negatieve gevoelens van de laatste tijd mij leren is dat ze van uit mijn eigen binnenste ontstaan, ze zijn echt van mij, niet nep. Ze zijn heus niet leuk en ik vraag me vaak af of ik me nog eens blijer ga voelen maar alles is beter dan iedere dag een nep lach op je gezicht toveren waarvan je zeurende pijn in je kaken krijgt. En daarbij alles in jezelf ontkent. Want wat nou als ze zien dat je onzeker bent? of helemaal niet blij, vrolijk of gezellig vandaag. Tja, eigenlijk maakt het antwoord geen bal uit want zo voel jij je nou eenmaal. Misschien brengen die negatieve buien je dichter bij iets wat bij je past, een leven dat bij je past, in plaats van al dat fake gedoe. Ik zie mezelf niet uren en dagen en jarenlang werk doen dat ik niet leuk vind, om de rekeningen te betalen of omdat het hoort. Of op vrijdagmiddagborrels mezelf forceren in sociaal-doen en omringen met mensen waarvan ik de kriebels krijg. Waarschijnlijk zou ik mezelf dan zo erg moeten bezatten om het leuk te hebben dat het zou eindigen boven de wc. Waar het dan weer wel lekker rustig is. Een tijd lang dacht ik dat verhuizen naar een hutje op de hei een oplossing kon zijn, maar ik zie nu in dat weglopen niet alles oplost. Het zou mogelijk moeten zijn om hier te blijven wonen en toch het idee hebben mijn leven vorm te geven volgens mijn eigen wensen en regels. Zo'n beetje als wilde bloemen die zich in de berm naast een net, strak aangelegd tuintje bevinden en wild in de rondte groeien en bloeien. Wilde rozen bijvoorbeeld. Toen ik kwam aangefietst stond de grondboor netjes naast de deur van nummer 5 tegen de muur, zoals afgesproken. De schoffelende buurman begroette me met 'goedendag schone dame.' Ik lach en stop de envelop met geld in de brievenbus van nummer 5 en wens de bejaarde buurman nog een fijne dag. Met de grondboor onder de arm fiets ik terug naar de stad, waar hij nu wachtend tegen de muur van mijn kamer staat. Een beetje verroest en oud is ie wel maar ik zie aan hem dat hij net zoveel zin heeft als ik om de grond te gaan bewerken! De grond van volkstuin nummer 80 waarvan ik gisteren de sleutel overhandigd kreeg. Een veldje van 200m2 overwoekerd door distels is nu van mij!
Vandaag kom ik niet buiten, heb ik besloten. Het is buiten 29 graden, daar ligt het niet aan. Vandaag ben ik fysiek en mentaal te moe om mee te doen met de mensen buiten dit huis, deze kamer zelfs. Ik had dus ook gewoon mijn pyjama aan kunnen houden maar dat voelt stom. Alsof je het niet eens wilt proberen, om weer van de dag te houden. Nooit eerder deed ik helemaal niks.
Wat doe je als je iets heel graag wilt maar je lichaam en hoofd het niet aan lijken te kunnen. Zo droomde ik er altijd van om op een biologische boerderij te wonen en werken, goede voeding te verbouwen en daar je brood mee te verdienen, buiten zijn, dat lijkt me heerlijk! Eindelijk vond ik mijn passie. Maar mijn lichaam heeft rugklachten en mijn hoofd is hooggevoelig. Een aantal maanden geleden begon ik klachten van overspanning te ervaren. Maar zo graag wilde ik het enthousiasme en de energie van de jonge boeren uit mijn klas, voldoen aan de schoolvereisten, alle uren maken, overal bijzijn. Verschrikkelijk om af te bellen, eerder naar huis te gaan, dingen te missen. Lastig om aan te voelen wat je wel en niet aankunt. Al een pauze ingelast om bij te komen maar het herstel is trager dan een slak. Als je het al 'herstel' mag noemen want het is eerder een balans vinden in je leven, voor de rest van je leven. Ik weet niet of er een terug naar vroeger is, een 'de oude' worden. Een voorzichtig stapje vooruit twee achteruit. Houd mijn hand alsjeblieft vast, ik durf nog niet alleen. Mijn brein vol watten, hartslag te hoog, longen weinig lucht, het hoofd is duizelig. Paniek, om het besef van de situatie. Word ik gek? Huilen. Gezicht kletsnat. En zo plots als deze donkere bui kwam gaat hij ook weer over. Emoties vliegen je om de oren. Boos als een klein kind, verdrietig als een jong meisje met liefdesverdriet.
Zoals met fikse tegenwind fietsen in de duinen. We hebben met z'n allen een doorzetters mentaliteit van "rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan." Maar het maakt je nu ziek om door te blijven rennen als Alfred Jodocus Kwak. Nu is het vechten op een andere manier. Opgeven is nog steeds geen optie, steeds opnieuw weer vallen, weer opstaan. Goed om je droom te blijven vasthouden maar hem niet te beknellen. Meebewegen met de golven die deze kant op komen, inplaats van proberen er tegenin te zwemmen. Proberen naar het lichaam te luisteren, want die geeft aan hoe veel last je schouders aankunnen vandaag. Maar hoofd bovenwater, turend naar die stip op de horizon. Het lijkt me dat je op je sterfbed alles helder kan overzien. Waar al die worstelingen goed voor zijn geweest. Jammer dat je daar nu niks aan hebt. Het is niet goed om daar te veel naar uit te kijken. Maar het lijkt me heerlijk verhelderend. Dat er zich zowaar een samenhangend levensverhaal gevormd wordt uit al mijn pogingen om het goed te doen. Al de afwegingen en keuzes die je maakt. Vooral als je op een doodlopend spoor lijkt te zitten, of totaal de plank misslaat, is het een prettig idee dat het toch bijdraagt aan jouw verhaal. Maar wanneer je er middenin zit voelt het alles behalve prettig. Het heeft meer weg van levend op de brandstapel gegooid worden dan een fijn sprookje. Hoe moet het mooi worden als we steeds zover afdwalen van de kern van het verhaal, en de moraal nooit duidelijk is. Ik zal mijn 24 jarige verhaal eens als voorbeeld nemen. Ik voelde me nooit helemaal op mijn plek hier, in deze stad, maatschappij, land of als ik mag overdrijven, deze wereld. Op mijn achttiende een studie gekozen die aansloot bij vakken die ik willekeurig had gekozen op mijn vijftiende. Over het commercieel maken van concepten. Met andere woorden, mijn creativiteit inzetten om voor een ander meer winst te maken. Ik was er niet goed in, omdat ik geen lucht kon verkopen en er geen voldoening uithaalde. Lang dacht ik dat het aan mij lag. In het volgende hoofdstuk van mijn levensverhaal fietste ik naar Italië waarvan ik blijvende rugpijn als aandenken mee naar huis nam. Wat het nu, tijdens mijn praktische landbouwopleiding, niet erg praktisch maakt. Het was een droom dat deze opleiding een uitweg zou betekenen. Een uitweg van de drukke stad, van stress en van het onbevredigende gevoel dat me achtervolgde. Wat plaats zou moeten maken voor het in de natuur mogen werken, weer eens frisse lucht in te kunnen ademen en mijn hoofd tot rust te brengen. Helaas ging er ergens iets mis tussen september afgelopen zomer en de kerst aan het einde van dat jaar. Het moet ergens gebeurd zijn tijdens de treinreis naar het Noorden van het land (waar de school gevestigd is), het oogsten van de pompoenen, het dromen van een toekomst in de landbouw en het dalen van de temperaturen buiten. Waarschijnlijk niet plots maar langzaam als een ziektekiem onder mijn huid dat uitgroeide tot een naar virus. Met als mogelijke oorzaken van deze besmetting mijn zeurende zelfkritiek en onderdrukte hooggevoeligheid. Waarschijnlijk over een tijd een belangrijk keerpunt, levensles of inzicht. Voor nu vooral veel hoofdpijn. Maar langzaam begint de nachtmerrie weer op een sprookje te lijken. Ik zie de situatie hoe hij nu is, de wereld waarin we leven. Ik merk dat ik die wil aanpassen. Droom van een zelfvoorzienende boerderij omringt door weiden met grazende schapen, kleurrijke bloemenvelden en geurige fruitbomen. De weg hiernaartoe is lang, misschien wel twintig jaar. Maar door hem te zien als een langetermijndoelstelling en deze droom in mijn achterhoofd te houden wanneer het zwaar wordt, geloof ik er weer in. En zal ik later, oud krom en grijs, al liggend in een oud ledikant, voor de laatste keer vanuit het slaapkamerraam uitkijken over het prachtig uitgestrekte groene land en beseffen waar het allemaal goed voor is geweest.
Stel je voor dat je een gezellig avondje uiteten bent met vrienden. Zeer zelfbewust loop je langs de andere tafeltjes richting het toilet. Want het is toch een beetje zien en gezien worden daar in het restaurant. Van het toilet loop je terug naar je veilige stoel zonder dat je door hebt dat de onderkant van je rok is blijven hangen. Moet gebeurd zijn toen je na de plas je maillot optrok, waardoor nu je roze hartjes ondergoed zichtbaar is voor iedereen. Een griezelige gedachte toch? Of er zou maar eens wc-papier onder je schoen zijn blijven plakken en je loopt er als een slinger mee door de zaal. Wat zullen ze wel niet denken? Een wereld vol gevaar dus, met gênante momenten op de loer. Angst en onzekerheid groeit met de jaren mee, heb ik het idee. Al kunnen we het goed verbergen aan de buitenwereld en onszelf. Want het besef dat je zojuist onzeker werd van iets maakt je bang. Stel dat de anderen het hebben gezien? Dus stoppen we het ver weg onder het tafellinnen. En daar verspreid het zich als een olievlek en gaat het broeien, schimmelen, gisten en stinken. En als er een gelijkwaardige situatie optreed, komt het gevoel naar boven. Onzekerheid, angst, een stemmetje "zie je wel..." Denk maar niet dat je het kunt blijven verstoppen. Je zal vast al wat geprobeerd hebben om er vanaf te komen. Een zelfhulpboek, Mindfulness, lief-zijn-voor-jezelf, graven in je verleden met of zonder psycholoog. Maar eerlijk, er is een gemakkelijkere manier zonder vieze geurtjes. Namelijk: face it, kom het onderogen. Je angst en onzekerheid. Niet bang zijn ze bijten (meestal) niet. Want zo gauw jij ze niet ontkent en probeert te verbloemen, worden ze rustig en tam. Kun je ze aaien, op schoot nemen en dan vrij laten gaan.
Als ik mezelf al snelwandelend naar het station verplaats struikel ik bijna over de loshangende veters van mijn vuile Adidas schoenen. Snel bind ik ze weer tot een strik en haast mezelf naar de trein. Ik ga expres zo ver mogelijk achter in de trein zitten waar het rustig is. Zo min mogelijk mensen. Uit het raampje van de coupé staar ik naar het depressieve december landschap. De trein transporteert me dagelijks naar school, naar huis en naar stage. Drie dingen die samen 'mijn nieuwe leven waarin ik de juiste keuzes maak' zouden moeten vormen. Na de zomer is voor mij het biologische landbouw avontuur begonnen. Deze studie was en is in mijn ogen alles wat ik wil leren en in mijn dromen zou ik vanaf daar niet meer zo in mijn hoofd zitten te wikken en wegen over wat ik aanmoet met mezelf in deze maatschappij. Ik zou mezelf boer noemen en lekker buiten werken, eigen eten verbouwen, dingen leren over het plantenrijk en zelfvoorzienend worden. En dan... zou alles goed komen.
Als jij je laptop wilt opstarten is hij weer eens leeg. Dat ding kan nog geen nacht zonder stroom. Hij moet continue opnieuw worden opgeladen, wordt leeggezogen bij de kleinste inspanning. Vergelijkbaar met hoe jij je nu voelt. Je bent oververmoeid, overprikkeld en over je grenzen heen gegaan. Een warm hoofd vol met gedachtes die allerlei verkeerde kanten uit gaan. Niemand die ze stuurt, totaal de weg kwijt. Vanbinnen voelt het leeg, pijnlijk, bevroren en op slot. Waar het hoofd overuren aan het maken is staat de rest van het lijf stil. Het lichaam voelt de emoties angst, verdriet en boosheid. Maar weet niet waar ze vandaan komen of wat hij ermee moet. Hij wordt erdoor overvallen, gaat er zelfs van trillen dus stuurt ze maar naar het hoofd toe. Het brein weet er vast wel raad mee, die kan er een oplossing voor bedenken. Zodoende ga je denken aan alles wat je down laat voelen. En bedenk je oplossingen. De hele dag door vanaf het moment dat je wakker wordt tot s'avonds laat in bed. Maar nooit komt er een gepaste uitkomst. Omdat er niet altijd een uitweg is door te denken. Je hebt een heel lijf gekregen dat over het algemeen wonderbaarlijk goed samenwerkt. Bijvoorbeeld door voeding om te zetten in energie, onbruikbare stoffen netjes uit te scheiden, ziektekiemen te lijf te gaan, van een baby een groot mens maken, beter worden na ziekte. Hierbij hoef je niet zo veel na te denken, dat wordt intern voor je geregeld. Dus waarom denk je met nadenken alles op te kunnen lossen? Want geef toe, onderhand is het zo'n warboel geworden in je hoofd, dat je het beter even met rust kunt laten. Misschien wat mindfulness proberen? Al die overtuigingen en tegenstrijdigheden in je hoofd hebben je moe gemaakt en in de war. Een oververhit hoofd, voel er maar eens aan, bloed heet! Daarmee kun je niet werken. En dat hart van je, misschien iets meer op vertrouwen? Die kan dit vast ook wel oplossen. Probeer er ten eerste eens naar te luisteren. Het is aan het schreeuwen om aandacht en jij schenkt alleen aandacht aan je hoofd. Uiteindelijk zal je lichaam je grenzen aan gaan geven en kan je hoofd ze netjes doorgeven aan de mensenwereld.
Op tafel staat een kleurig veldboeket wild in een vaas, met klaproos, boterbloem en andere gele, witte en paarse bloempjes waarvan ik de naam niet weet. Ze komen uit de Bossche Broek, een natuurgebied dat door Bosschenaren hun achtertuin wordt genoemd, waar we ze gister uit de grond getrokken hebben. "Als er vijf van één soort staan, mag je het plukken," zei mijn buurmeisje ooit en zij kan het weten, met haar studie Biologie. Tijdens het plukken praten we (Lotte en ik) meer letterlijk dan figuurlijk over koetjes en kalfjes. We hebben het namelijk over boerderijen, buitenleven, dromen, de toekomst en onze missie op deze aardkloot, terwijl we lopen tussen klaproos, boterbloem en van die onbekende soorten. We hebben verlangen naar iets dat we nog niet helemaal kunnen omschrijven. En omdat het zo groot en vaag is zijn we er een beetje bang voor. We weten goed wat we niet leuk vinden om te doen, maar ik hoop toch dat het leven meer in petto heeft dan weten wat je niet wilt gaan doen met de rest van je tijd.
De status waarin we ons nu verkeren zou ik beschrijven als jongvolwassen maar nog een beetje wereldvreemd; ambitieus maar ook onzeker; wereldverbeteraar en belaster tegelijk; boer en milieuactivist; conservatief en innovatief; zichzelf én anders willen zijn. Maar vooral opzoek. We zijn het met elkaar eens dat je het allemaal niet te zwaar moet (proberen) te nemen. Het is een tijd waarin je door elkaar wordt geschut, heen en weer slingert, als een achtbaan over-de-kop gaat, en uiteindelijk een beetje duizelig en wankel weer op je beide benen wordt gezet. Als je de lol daarvan inziet kan het als de droomvlucht zijn. Jij in je lichtroze nachtjapon huppelend door bloemenvelden totdat je aan je voeten, snakkend naar adem, een duistere nachtmerrie in getrokken wordt. Daar lig je dan, verdwaald en naakt in een donker bos, geen idee welke kant je op moet. Maar ach, het wordt nou eenmaal altijd een keer nacht. Dan moet je lekker gaan slapen, in plaats van rondrennen in je oma's nachtjurk. De zon komt vanzelf weer op. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde. Een plek vinden waar we geaccepteerd worden om wie we zijn, waar we dingen kunnen doen waar we goed in zijn en een beetje om bewonderd worden. Erkenning krijgen en ergens (een onmisbaar) onderdeel van zijn. Voor sommige is hun beroep/passie/missie al snel duidelijk. Zij kunnen er al vroeg hun leven aan wijden. Voor anderen is het niet meteen duidelijk wat dit in Godsnaam zou moeten zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld best goed tekenen, houden van koken en schrijven blogs, voor de lol, maar kunnen daar niet gelijk een levensdoel aan plakken, helaas. Daarom fladderen ze maar wat rond, zijn soms jaloers op de duidelijke doelen van anderen en worden af en toe gek van hun eigen wispelturigheid. Wilde ik maar filmmaker worden, of tandarts, of boer.
Aan de andere kant dwingt het je van je leven te houden zoals het nu is omdat er op korte termijn geen verandering in komt. Ook als het nergens heen lijkt te gaan. Het zorgt voor minder prestatiedruk omdat er niet iets in een bepaalde richting te presteren valt. Geen stress, geen faalangst. Oké een beetje keuzestress. Maar ik kan het je aanbevelen. Hoewel het fijn is om "het allemaal ergens voor te doen," is het niet verkeerd om kleine dingen belangrijk en zinvol te maken. Zoals een boterham met pindakaas smeren of jezelf iedere ochtend met je slechte humeur tóch je bed uit en onder de douche krijgen. En trots zijn om het feit dat je gewoon... leeft. Dat je je best doet om te vinden wat bij je past maar dat je het nu even niet zo goed weet. Je hebt studies overwogen, werkervaring opgebouwd, gereisd, geleerd van fouten maar er heeft zich nog geen goed onderbouwde conclusie gevormd in je hoofd. Dus ben je onwetend maar tevreden. Net zo iets als happy-single zijn. De liefde komt wel weer voor jou, maar nu ben je even blij met jezelf. Zo proberen mijn generatie en ik de dag te plukken, en hopen we dat het ooit een samenhangend geheel zal zijn. Zoals het boterbloempje bij de andere soorten in de vaas. Soms haat je de wereld. Haat mensen op straat, haat het gevoel vanbinnen dat nergens zin in heeft, en haat zelfs een beetje jezelf. Je wilt er vanaf komen dus je probeert eens wat. Negeren, accepteren, wegwuiven, omarmen, verbannen, schrijven, praten, zwijgen, diep in... en uit ademen. Je leest een boek over jezelf zijn, en een andere over vrij van ego zijn. Een Vlaamse Psychiater zegt deel je leed, een ander zegt hou je maar groot. Je bent er van in de war geraakt, al die tegenstrijdigheden over hoe je met externe en interne moeilijkheden om kunt gaan. Jezelf verbeteren en uiteindelijk het leven vormgeven dat jij graag wilt. Want dat is waar we zo snel mogelijk aan moeten gaan bouwen: de toekomst. Dromen naleven. Doen waar je gelukkig van wordt. Maar wat als je geen idee hebt waar je goed tot je recht komt of energie van krijgt. Momenteel misschien bijna nergens energie van krijgt. En daar dan weer bezorgd om raakt. Want je bent even ingestort, alles afgeblazen. Omdat het je te veel werd, alles tegen je zin in voelde, overprikkeld. Je luisterde naar jezelf, gunde je lichaam wat rust. En nu is het stil, verveeld, winters en grauw. Je kunt nadenken wat je wilt maar daar gaat geen oplossing van komen, alleen maar meer verwarring. Dus doe je dat maar niet. Ik heb het hier natuurlijk niet over jou maar over mezelf. Maar mezelf van een afstandje bekijken zorgt ervoor dat ik lucht krijg, maakt dat de boze bui wat wegtrekt. Mijn oma zei laatst, ''Ik blijf gewoon door ademen, ook al is het leven soms lastig," en dat is misschien nog wel het beste wat je kunt doen. De onrust en twijfel in jezelf zien en er mee leven dat het even niet anders gaat zijn. Je voelt je even kut en je kunt er niks aan doen. Gewoon doorademen en uitkijken naar de eerste zonnestralen in de lente.
Als je een tweede deeltijd studie met onbetaalde stage in de landbouw doet heb je het niet breed, schijnt. Je moet op de kleintjes letten en gek genoeg is dat best leuk. Ik zal de voordelen even voor je opnoemen. Het zorgt ten eerste voor minder keuzestress in de supermarkt omdat je niet alles kunt kopen. Het spoort tevens aan om meer zelfvoorzienend te zijn, zoals je eigen sjaal breien en dingen maken in plaats van vervangen als ze kapot zijn. Je denkt na voordat je het weekend vol plant met dure activiteiten met dure vrienden in dure kleding. En zo besef je dat er van alles te beleven is, gratis in je eigen huis. Nu komt het mooiste van alles: de kringloopwinkel. Het is een geweldige uitvinding tegen de consumptiemaatschappij. Hoewel de uitkomst natuurlijk hetzelfde is als nieuwkoop: een te volle kledingkast. Maar het kledingstuk of de prullaria hoeft zich niet voor de tweede keer schuldig te maken aan kinderarbeid en milieuvervuiling, en dat is goed. Er hoeft niks bijgemaakt te worden. Verder is het gewoon een hele leuke plek om te komen. Je af te vragen wie thee gedronken heeft uit de snoezige bloemetjes theepot. En waarom iemand een dure leren tas gratis weggeeft, misschien een sterfgeval of echtscheiding. De vrijwilliger achter de balie is aardig omdat hij blij is met een zinnige dagbesteding. Bovendien hoeft hij zich geen zorgen te maken over enig functioneringsgesprek of de verkoopcijfers. Dan het assortiment, dat oprecht leuk is. Annie en Cor hadden vast niet door dat hun retro broeken weer zo hip zouden worden toen zij ze weggaven. Tijdloos en kwalitatief goed, want anders zou een jas uit de vorige eeuw het niet overleefd hebben tot 2019. Doe er je voordeel mee, de kringloop winkel.
|
AuteurEN TOEN gaat over mijn eigen hobbelige weg naar zelfstandigheid en de zoektocht naar wat mijn plek is in de maatschappij. Over onzekerheid, angst, burn-out, hooggevoeligheid en in je eigen kracht gaan geloven. Archives
April 2022
Categories |