Het lijkt me dat je op je sterfbed alles helder kan overzien. Waar al die worstelingen goed voor zijn geweest. Jammer dat je daar nu niks aan hebt. Het is niet goed om daar te veel naar uit te kijken. Maar het lijkt me heerlijk verhelderend. Dat er zich zowaar een samenhangend levensverhaal gevormd wordt uit al mijn pogingen om het goed te doen. Al de afwegingen en keuzes die je maakt. Vooral als je op een doodlopend spoor lijkt te zitten, of totaal de plank misslaat, is het een prettig idee dat het toch bijdraagt aan jouw verhaal. Maar wanneer je er middenin zit voelt het alles behalve prettig. Het heeft meer weg van levend op de brandstapel gegooid worden dan een fijn sprookje. Hoe moet het mooi worden als we steeds zover afdwalen van de kern van het verhaal, en de moraal nooit duidelijk is. Ik zal mijn 24 jarige verhaal eens als voorbeeld nemen. Ik voelde me nooit helemaal op mijn plek hier, in deze stad, maatschappij, land of als ik mag overdrijven, deze wereld. Op mijn achttiende een studie gekozen die aansloot bij vakken die ik willekeurig had gekozen op mijn vijftiende. Over het commercieel maken van concepten. Met andere woorden, mijn creativiteit inzetten om voor een ander meer winst te maken. Ik was er niet goed in, omdat ik geen lucht kon verkopen en er geen voldoening uithaalde. Lang dacht ik dat het aan mij lag. In het volgende hoofdstuk van mijn levensverhaal fietste ik naar Italië waarvan ik blijvende rugpijn als aandenken mee naar huis nam. Wat het nu, tijdens mijn praktische landbouwopleiding, niet erg praktisch maakt. Het was een droom dat deze opleiding een uitweg zou betekenen. Een uitweg van de drukke stad, van stress en van het onbevredigende gevoel dat me achtervolgde. Wat plaats zou moeten maken voor het in de natuur mogen werken, weer eens frisse lucht in te kunnen ademen en mijn hoofd tot rust te brengen. Helaas ging er ergens iets mis tussen september afgelopen zomer en de kerst aan het einde van dat jaar. Het moet ergens gebeurd zijn tijdens de treinreis naar het Noorden van het land (waar de school gevestigd is), het oogsten van de pompoenen, het dromen van een toekomst in de landbouw en het dalen van de temperaturen buiten. Waarschijnlijk niet plots maar langzaam als een ziektekiem onder mijn huid dat uitgroeide tot een naar virus. Met als mogelijke oorzaken van deze besmetting mijn zeurende zelfkritiek en onderdrukte hooggevoeligheid. Waarschijnlijk over een tijd een belangrijk keerpunt, levensles of inzicht. Voor nu vooral veel hoofdpijn. Maar langzaam begint de nachtmerrie weer op een sprookje te lijken. Ik zie de situatie hoe hij nu is, de wereld waarin we leven. Ik merk dat ik die wil aanpassen. Droom van een zelfvoorzienende boerderij omringt door weiden met grazende schapen, kleurrijke bloemenvelden en geurige fruitbomen. De weg hiernaartoe is lang, misschien wel twintig jaar. Maar door hem te zien als een langetermijndoelstelling en deze droom in mijn achterhoofd te houden wanneer het zwaar wordt, geloof ik er weer in. En zal ik later, oud krom en grijs, al liggend in een oud ledikant, voor de laatste keer vanuit het slaapkamerraam uitkijken over het prachtig uitgestrekte groene land en beseffen waar het allemaal goed voor is geweest.
0 Reacties
Stel je voor dat je een gezellig avondje uiteten bent met vrienden. Zeer zelfbewust loop je langs de andere tafeltjes richting het toilet. Want het is toch een beetje zien en gezien worden daar in het restaurant. Van het toilet loop je terug naar je veilige stoel zonder dat je door hebt dat de onderkant van je rok is blijven hangen. Moet gebeurd zijn toen je na de plas je maillot optrok, waardoor nu je roze hartjes ondergoed zichtbaar is voor iedereen. Een griezelige gedachte toch? Of er zou maar eens wc-papier onder je schoen zijn blijven plakken en je loopt er als een slinger mee door de zaal. Wat zullen ze wel niet denken? Een wereld vol gevaar dus, met gênante momenten op de loer. Angst en onzekerheid groeit met de jaren mee, heb ik het idee. Al kunnen we het goed verbergen aan de buitenwereld en onszelf. Want het besef dat je zojuist onzeker werd van iets maakt je bang. Stel dat de anderen het hebben gezien? Dus stoppen we het ver weg onder het tafellinnen. En daar verspreid het zich als een olievlek en gaat het broeien, schimmelen, gisten en stinken. En als er een gelijkwaardige situatie optreed, komt het gevoel naar boven. Onzekerheid, angst, een stemmetje "zie je wel..." Denk maar niet dat je het kunt blijven verstoppen. Je zal vast al wat geprobeerd hebben om er vanaf te komen. Een zelfhulpboek, Mindfulness, lief-zijn-voor-jezelf, graven in je verleden met of zonder psycholoog. Maar eerlijk, er is een gemakkelijkere manier zonder vieze geurtjes. Namelijk: face it, kom het onderogen. Je angst en onzekerheid. Niet bang zijn ze bijten (meestal) niet. Want zo gauw jij ze niet ontkent en probeert te verbloemen, worden ze rustig en tam. Kun je ze aaien, op schoot nemen en dan vrij laten gaan.
Als ik mezelf al snelwandelend naar het station verplaats struikel ik bijna over de loshangende veters van mijn vuile Adidas schoenen. Snel bind ik ze weer tot een strik en haast mezelf naar de trein. Ik ga expres zo ver mogelijk achter in de trein zitten waar het rustig is. Zo min mogelijk mensen. Uit het raampje van de coupé staar ik naar het depressieve december landschap. De trein transporteert me dagelijks naar school, naar huis en naar stage. Drie dingen die samen 'mijn nieuwe leven waarin ik de juiste keuzes maak' zouden moeten vormen. Na de zomer is voor mij het biologische landbouw avontuur begonnen. Deze studie was en is in mijn ogen alles wat ik wil leren en in mijn dromen zou ik vanaf daar niet meer zo in mijn hoofd zitten te wikken en wegen over wat ik aanmoet met mezelf in deze maatschappij. Ik zou mezelf boer noemen en lekker buiten werken, eigen eten verbouwen, dingen leren over het plantenrijk en zelfvoorzienend worden. En dan... zou alles goed komen.
Als jij je laptop wilt opstarten is hij weer eens leeg. Dat ding kan nog geen nacht zonder stroom. Hij moet continue opnieuw worden opgeladen, wordt leeggezogen bij de kleinste inspanning. Vergelijkbaar met hoe jij je nu voelt. Je bent oververmoeid, overprikkeld en over je grenzen heen gegaan. Een warm hoofd vol met gedachtes die allerlei verkeerde kanten uit gaan. Niemand die ze stuurt, totaal de weg kwijt. Vanbinnen voelt het leeg, pijnlijk, bevroren en op slot. Waar het hoofd overuren aan het maken is staat de rest van het lijf stil. Het lichaam voelt de emoties angst, verdriet en boosheid. Maar weet niet waar ze vandaan komen of wat hij ermee moet. Hij wordt erdoor overvallen, gaat er zelfs van trillen dus stuurt ze maar naar het hoofd toe. Het brein weet er vast wel raad mee, die kan er een oplossing voor bedenken. Zodoende ga je denken aan alles wat je down laat voelen. En bedenk je oplossingen. De hele dag door vanaf het moment dat je wakker wordt tot s'avonds laat in bed. Maar nooit komt er een gepaste uitkomst. Omdat er niet altijd een uitweg is door te denken. Je hebt een heel lijf gekregen dat over het algemeen wonderbaarlijk goed samenwerkt. Bijvoorbeeld door voeding om te zetten in energie, onbruikbare stoffen netjes uit te scheiden, ziektekiemen te lijf te gaan, van een baby een groot mens maken, beter worden na ziekte. Hierbij hoef je niet zo veel na te denken, dat wordt intern voor je geregeld. Dus waarom denk je met nadenken alles op te kunnen lossen? Want geef toe, onderhand is het zo'n warboel geworden in je hoofd, dat je het beter even met rust kunt laten. Misschien wat mindfulness proberen? Al die overtuigingen en tegenstrijdigheden in je hoofd hebben je moe gemaakt en in de war. Een oververhit hoofd, voel er maar eens aan, bloed heet! Daarmee kun je niet werken. En dat hart van je, misschien iets meer op vertrouwen? Die kan dit vast ook wel oplossen. Probeer er ten eerste eens naar te luisteren. Het is aan het schreeuwen om aandacht en jij schenkt alleen aandacht aan je hoofd. Uiteindelijk zal je lichaam je grenzen aan gaan geven en kan je hoofd ze netjes doorgeven aan de mensenwereld.
Op tafel staat een kleurig veldboeket wild in een vaas, met klaproos, boterbloem en andere gele, witte en paarse bloempjes waarvan ik de naam niet weet. Ze komen uit de Bossche Broek, een natuurgebied dat door Bosschenaren hun achtertuin wordt genoemd, waar we ze gister uit de grond getrokken hebben. "Als er vijf van één soort staan, mag je het plukken," zei mijn buurmeisje ooit en zij kan het weten, met haar studie Biologie. Tijdens het plukken praten we (Lotte en ik) meer letterlijk dan figuurlijk over koetjes en kalfjes. We hebben het namelijk over boerderijen, buitenleven, dromen, de toekomst en onze missie op deze aardkloot, terwijl we lopen tussen klaproos, boterbloem en van die onbekende soorten. We hebben verlangen naar iets dat we nog niet helemaal kunnen omschrijven. En omdat het zo groot en vaag is zijn we er een beetje bang voor. We weten goed wat we niet leuk vinden om te doen, maar ik hoop toch dat het leven meer in petto heeft dan weten wat je niet wilt gaan doen met de rest van je tijd.
De status waarin we ons nu verkeren zou ik beschrijven als jongvolwassen maar nog een beetje wereldvreemd; ambitieus maar ook onzeker; wereldverbeteraar en belaster tegelijk; boer en milieuactivist; conservatief en innovatief; zichzelf én anders willen zijn. Maar vooral opzoek. We zijn het met elkaar eens dat je het allemaal niet te zwaar moet (proberen) te nemen. Het is een tijd waarin je door elkaar wordt geschut, heen en weer slingert, als een achtbaan over-de-kop gaat, en uiteindelijk een beetje duizelig en wankel weer op je beide benen wordt gezet. Als je de lol daarvan inziet kan het als de droomvlucht zijn. Jij in je lichtroze nachtjapon huppelend door bloemenvelden totdat je aan je voeten, snakkend naar adem, een duistere nachtmerrie in getrokken wordt. Daar lig je dan, verdwaald en naakt in een donker bos, geen idee welke kant je op moet. Maar ach, het wordt nou eenmaal altijd een keer nacht. Dan moet je lekker gaan slapen, in plaats van rondrennen in je oma's nachtjurk. De zon komt vanzelf weer op. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde. Een plek vinden waar we geaccepteerd worden om wie we zijn, waar we dingen kunnen doen waar we goed in zijn en een beetje om bewonderd worden. Erkenning krijgen en ergens (een onmisbaar) onderdeel van zijn. Voor sommige is hun beroep/passie/missie al snel duidelijk. Zij kunnen er al vroeg hun leven aan wijden. Voor anderen is het niet meteen duidelijk wat dit in Godsnaam zou moeten zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld best goed tekenen, houden van koken en schrijven blogs, voor de lol, maar kunnen daar niet gelijk een levensdoel aan plakken, helaas. Daarom fladderen ze maar wat rond, zijn soms jaloers op de duidelijke doelen van anderen en worden af en toe gek van hun eigen wispelturigheid. Wilde ik maar filmmaker worden, of tandarts, of boer.
Aan de andere kant dwingt het je van je leven te houden zoals het nu is omdat er op korte termijn geen verandering in komt. Ook als het nergens heen lijkt te gaan. Het zorgt voor minder prestatiedruk omdat er niet iets in een bepaalde richting te presteren valt. Geen stress, geen faalangst. Oké een beetje keuzestress. Maar ik kan het je aanbevelen. Hoewel het fijn is om "het allemaal ergens voor te doen," is het niet verkeerd om kleine dingen belangrijk en zinvol te maken. Zoals een boterham met pindakaas smeren of jezelf iedere ochtend met je slechte humeur tóch je bed uit en onder de douche krijgen. En trots zijn om het feit dat je gewoon... leeft. Dat je je best doet om te vinden wat bij je past maar dat je het nu even niet zo goed weet. Je hebt studies overwogen, werkervaring opgebouwd, gereisd, geleerd van fouten maar er heeft zich nog geen goed onderbouwde conclusie gevormd in je hoofd. Dus ben je onwetend maar tevreden. Net zo iets als happy-single zijn. De liefde komt wel weer voor jou, maar nu ben je even blij met jezelf. Zo proberen mijn generatie en ik de dag te plukken, en hopen we dat het ooit een samenhangend geheel zal zijn. Zoals het boterbloempje bij de andere soorten in de vaas. Soms haat je de wereld. Haat mensen op straat, haat het gevoel vanbinnen dat nergens zin in heeft, en haat zelfs een beetje jezelf. Je wilt er vanaf komen dus je probeert eens wat. Negeren, accepteren, wegwuiven, omarmen, verbannen, schrijven, praten, zwijgen, diep in... en uit ademen. Je leest een boek over jezelf zijn, en een andere over vrij van ego zijn. Een Vlaamse Psychiater zegt deel je leed, een ander zegt hou je maar groot. Je bent er van in de war geraakt, al die tegenstrijdigheden over hoe je met externe en interne moeilijkheden om kunt gaan. Jezelf verbeteren en uiteindelijk het leven vormgeven dat jij graag wilt. Want dat is waar we zo snel mogelijk aan moeten gaan bouwen: de toekomst. Dromen naleven. Doen waar je gelukkig van wordt. Maar wat als je geen idee hebt waar je goed tot je recht komt of energie van krijgt. Momenteel misschien bijna nergens energie van krijgt. En daar dan weer bezorgd om raakt. Want je bent even ingestort, alles afgeblazen. Omdat het je te veel werd, alles tegen je zin in voelde, overprikkeld. Je luisterde naar jezelf, gunde je lichaam wat rust. En nu is het stil, verveeld, winters en grauw. Je kunt nadenken wat je wilt maar daar gaat geen oplossing van komen, alleen maar meer verwarring. Dus doe je dat maar niet. Ik heb het hier natuurlijk niet over jou maar over mezelf. Maar mezelf van een afstandje bekijken zorgt ervoor dat ik lucht krijg, maakt dat de boze bui wat wegtrekt. Mijn oma zei laatst, ''Ik blijf gewoon door ademen, ook al is het leven soms lastig," en dat is misschien nog wel het beste wat je kunt doen. De onrust en twijfel in jezelf zien en er mee leven dat het even niet anders gaat zijn. Je voelt je even kut en je kunt er niks aan doen. Gewoon doorademen en uitkijken naar de eerste zonnestralen in de lente.
Als je een tweede deeltijd studie met onbetaalde stage in de landbouw doet heb je het niet breed, schijnt. Je moet op de kleintjes letten en gek genoeg is dat best leuk. Ik zal de voordelen even voor je opnoemen. Het zorgt ten eerste voor minder keuzestress in de supermarkt omdat je niet alles kunt kopen. Het spoort tevens aan om meer zelfvoorzienend te zijn, zoals je eigen sjaal breien en dingen maken in plaats van vervangen als ze kapot zijn. Je denkt na voordat je het weekend vol plant met dure activiteiten met dure vrienden in dure kleding. En zo besef je dat er van alles te beleven is, gratis in je eigen huis. Nu komt het mooiste van alles: de kringloopwinkel. Het is een geweldige uitvinding tegen de consumptiemaatschappij. Hoewel de uitkomst natuurlijk hetzelfde is als nieuwkoop: een te volle kledingkast. Maar het kledingstuk of de prullaria hoeft zich niet voor de tweede keer schuldig te maken aan kinderarbeid en milieuvervuiling, en dat is goed. Er hoeft niks bijgemaakt te worden. Verder is het gewoon een hele leuke plek om te komen. Je af te vragen wie thee gedronken heeft uit de snoezige bloemetjes theepot. En waarom iemand een dure leren tas gratis weggeeft, misschien een sterfgeval of echtscheiding. De vrijwilliger achter de balie is aardig omdat hij blij is met een zinnige dagbesteding. Bovendien hoeft hij zich geen zorgen te maken over enig functioneringsgesprek of de verkoopcijfers. Dan het assortiment, dat oprecht leuk is. Annie en Cor hadden vast niet door dat hun retro broeken weer zo hip zouden worden toen zij ze weggaven. Tijdloos en kwalitatief goed, want anders zou een jas uit de vorige eeuw het niet overleefd hebben tot 2019. Doe er je voordeel mee, de kringloop winkel.
Wat zou er gebeuren als we ons vaker bewust verveelden? Want normaal gesproken wordt verveeldheid zo snel mogelijk opgevuld. Wanneer er een onrustig gevoel ontstaat bij mij, op een moment dat ik niks hoef te doen, zoek ik naar mogelijke opvulling. Een serie kijken? De koelkast opentrekken? Tijd voor een hobby? Telefoon checken? Maar echt vervuld wordt de leegte niet.
Vandaag zijn we aan zee met oma Annie, die graag nog eens afreisde naar de badplaats in zeeland waar ze vroeger vakantie vierde. Halverwege de dijk hebben we ons kamp opgezet met stoeltjes, parasol, koelbox en picknickkleed. Omoe zit goed ingepakt uit de wind onder de parasol, lezend op de e-reader met hoed en zonnebril op. Zus en vader lezen uit een ouderwets papieren boek. Ik maakte strandwandelingetjes en hing ondersteboven aan de reling van de trap die de zee in leidt. Kijkend naar de wolken met het geluid van de golven onder me. Af en toe doen we een plas in de zee door te hurken op een van de tredes die al onderwater staan door de opkomende vloed. Het is rustig, stil, en bijna saai hier. Na een tijdje scroll ik wat door de social media op mijn telefoon. Waar ik niet vind wat ik zoek, wat dat ook mag zijn. Ik ga terug naar het water en de golfjes. Laat ik me maar een tijdje vervelen, nu ik hier toch ben. In plaats van te vluchten in mijn smartphone. En weetje? Het is heerlijk om niks te hoeven op deze vrije vrijdagmiddag, samen met de bovengenoemde familieleden. We zonnen, lezen, luisteren naar de wind. Af en toe komt er een grijze fietser voorbij over de dijk. Wat fijn lijkt me het ineens om met pensioen te zijn. Dagen vullen met rondjes fietsen, terrasjes pakken en kruiswoordpuzzels. Mijn leeftijdsfase gaat om opbouwen, jezelf positioneren en ontwikkelen, kansen grijpen en dromen waarmaken, de sociale kring trots of jaloers maken. Terwijl hij op de fiets aan het afbouwen is, loslaten en genieten. Wat kijk ik stiekem uit naar mijn saaie ouwe dag Denk jij ook wel eens dat je part-time depressief bent? Dat de dagen zo van elkaar kunnen verschillen. Op een dag kan alles zo fijn en zonnig zijn dat alle door jou gecreëerde problemen in je hoofd verdwijnen. Je kunt wel zingen dansen springen tot de zon onder gaat. Vol geluk kruip je onder de wol en je kunt bijna niet wachten tot het weer licht wordt en je deze volmaakte, positieve versie van jezelf opnieuw kunt laten zien aan de wereld. Dan word je wakker met een zware stoflaag over je heen, een hoofd gevuld met watten en een duf gevoel achter je ogen dat heel de dag blijft hangen. Je bent moe, verdrietig en voelt je slap. Waar is je vrolijkheid gebleven? Waar zijn de fluitende vogeltjes en zoemende bijtjes. Gedachtes komen in je bovenkamer en proberen het probleem te analyseren en op te lossen. Wat heeft dit lijf nodig om zich weer goed te voelen? De dag verloopt moeizaam, je hebt nergens zin in en houdt de mensen op afstand. Als er iemand vraagt hoe het gaat, zeg je boos: 'Prima!' Ze mogen niet weten wat voor duistere gedachtes en emoties er bij jou binnen ronddwalen. Het worden er steeds meer en je raakt in de war van verschillende pogingen ze te verdrijven. Zoals je ze probeert te observeren en accepteren, maar ondertussen bezig bent met het Google'en van een psycholoog. Of graven in je verleden waar het toch zo gruwelijk is misgegaan. 'Ben ik mezelf onderweg verloren? Ben ik niet genoeg voor mezelf opgekomen? Zijn mijn grenzen soms overtreden? Waarom ben ik zo ingewikkeld? En hoe moet ik mezelf uitleggen aan de rest?' De rest... die, als je er met een drone op kijkt op dezelfde manier als jij rondloopt op de wereld. Met een hoofd vol gedachtes en problemen geprojecteerd op zichzelf. Dat denk ik tenminste, zeker weten doe ik het niet, ik kan tenslotte niet bij jou naar binnen kijken. Het punt is, en dat heb ik niet zelf bedacht maar gelezen in verschillende boeken, dat we allemaal egoïstisch zijn. Er continue mee bezig zijn ons goed te voelen, ons ongeluk te veranderen in geluk. Maar ik weet uit ervaring dat heel hard nadenken en je best doen niet zorgen voor minder ongelukkige stemmingen. Je wilt dan té graag de situatie veranderen die op dat moment waarschijnlijk niet te veranderen is. Misschien kunnen we het ongeluk een tijdje ervaren en vaart het dan vanzelf weer weg. Sinds wanneer mag je niet meer ongelukkig zijn? Ga toch eens een tijdje lekker kreunen en steunen en het vooral wél aan anderen laten merken. We zijn nou eenmaal soms moe, zwak, traag, onzeker, verdrietig, boos of welke negatief gelabelde stemming dan ook. Het opkroppen en verstoppen hiervan maakt je verrot van binnen. Kunnen wij er iets aan doen dat we geboren zijn in een wereld vol ongeluk? Waarom moeten we het dan in onszelf ontkennen of willen veranderen. Weetjewat, van mij mag je gelukkig wél af en toe hartstikke ongelukkig zijn.
Toen Lotte en ik terug kwamen van inspirerende, zelfvoorzienende boerderijen in Italië bedachten we iets met voeding te willen doen. Je weet dan net zo veel als wanneer je ontdekt hebt ‘iets met mensen’ te willen doen. We zijn uiteindelijk maar gaan werken in restaurants, vooral omdat we de Chef's Table aflevering in Modena zo romantisch vonden. Ik kwam uiteindelijk in de bediening terecht, wat tot het besef heeft geleid dat ik niet voor de horeca gemaakt ben. Een praatje maken met vreemden over het weer, het prachtige pand van iedere dag opnieuw 100 jaar oud, het ontbrekende terras en "dat u helaas geen gebruik mag maken van de tuin, het spijt ons." Sommige dagen gaat dat best goed, maar er zijn dagen dat ik me liever in de kelder verstop. Dan lijken de gast en ik elkaar al te haten voordat we elkaar begroet hebben. De dame op leeftijd wordt kwaad om wat er wél of niét op de menukaart staat, omdat ze iets niet kent of liever thuis een boterham met kaas had gegeten. Ze komt binnenlopen met een slecht humeur, gemiste kansen in het leven, gebroken liefdes en leegtes die ik voor haar op moet vullen, en wel met een geweldig gevoel voor humor, geschikte aanbevelingen en extraatjes. Wat je van mij niet hoeft te verwachten want ik lach liever met m'n eigen vrienden, ben van mening dat je oud genoeg bent om je eigen keuzes te maken en krijg niet extra betaalt voor nevendiensten. Laten we het zakelijk houden, jij bestelt ik bezorg, zonder poespas. De pakketbezorger hoeft toch ook niet terug te komen om te vragen of het pakket naar wens is, uwe hoogheid?
Het mag duidelijk wezen dat wij verder zoeken naar "iets met voeding." Met het ‘vier wielen naar Rome’ fotoboek op schoot zit ik op een klamme zomeravond op de bank met het boek op mijn bovenbenen geplakt. Het laatste beetje hittegolf die o.a. Nederland verraste met haar record temperaturen, hangt nog in de huiskamer. De opwarming van de aarde is een feit, maar laten we het daar een andere keer over hebben. De airco zoemt op de achtergrond terwijl ik door onze herinneringen blader, de geschiedenis die we nog geen jaar geleden schreven. Niet dat wij records braken, maar we schreven een belangrijk hoofdstuk in onze eigen geschiedenis. Wat me opvalt is dat de reis zelf niet eens zo veel indruk op me heeft gemaakt, maar de periode erna. Steeds terugdenken aan de mentale en fysieke beproevingen en wat je er eigenlijk van geleerd hebt. Ik herinner me de chagrijnigheid die steeds weer kwam opzetten op klaarlichte dag en me van m’n optimisme beroofde. Eén van de zwaarste dingen, het besef dat je niet het sterke en almaar positieve mens bent dat je zo graag wilt zijn. Mijn ego dat langzaam wegsmolt de berg af naar beneden, terwijl het achter raakte en Lotte steeds verder vooruit zag fietsen. Het gevoel van zwakte werd met elke hap lucht door mijn bloed mijn lichaam doorgepompt. Waar dit mechanisme goed voor is weet ik niet precies. Want het geloof in jezelf lijkt van cruciaal belang om de eindstreep te halen. Maar geloof mij, dat was niet altijd aanwezig. Toch haalden we de finish, maar zelfs daar op het mooie plein in Rome, omringt door confetti en bubbels, waren we niet onder de indruk van onszelf. Ongemakkelijk en mensenschuw (van al die natuur) probeerden we te glimlachen naar de video voor de mensen thuis. Misschien moest het besef nog komen, maar waarschijnlijk zijn we nooit echt trots geworden. Ook niet toen we later al die keren navertelde ‘naar Rome te zijn gefietst.’ En hebben we alle lovende woorden snel weggewuifd. We zijn gaan fietsen voor het avontuur, de uitdaging en de vrijheid. Weggefietst van de verwachtingen die de maatschappij voor afgestudeerden heeft. Het maakte ons niet uit wat iedereen ervan zou vinden, en of je trots zou zijn. We wilden vooral even lekker, helemaal vrij zijn.
Zomaar op een vrijdagmiddag wanneer er een drukkende hoofdpijn komt opzetten als gevolg van de uitgaansnacht ervoor, vind ik antwoord op de vraag wat ik na de zomer ga doen met mijn leven, iets waar ik al een tijdje naar zocht. Onrustig en gespannen fietste ik naar mijn ouderlijk huis om de drukte van de stad te ontvluchten. Na dat ik mezelf die ochtend een tijd lang zwaar en ongelukkig gevoeld heb vraag ik me af waar dit in godsnaam vandaan komt en vooral hoe ik er vanaf kom. Na een mentale overdenking gaat er een lichtje branden. Normaal gesproken is mijn concentratie op zo'n dag ver te zoeken maar mijn lijf functioneert plots uit zichzelf, neemt plaats achter de computer. Het hoofd denkt na, vingers typen woorden in, klikken met de muis, geven orders door aan de printer. Vervolgens wordt er een nummer gedraaid en getelefoneerd. Na twee uur liggen er verschillende folders, brochures en een ingevuld en ondertekend contract voor mijn neus. Ik ben ingeschreven voor de biologische landbouwopleiding in Dronten en heb een afspraak staan voor kennismaking op een stagebedrijf. De donderdag erop rijd ik samen met mijn rijangst naar Arnhem om daar op een hele mooie boerderij een stageplaats te krijgen. Het was alsof mijn onderbewuste er genoeg van had, dat gedraai om dingen heen. Als je graag buiten werkt ga dan buiten werken, als je de stad wilt ontvluchten doe dat dan, en als je niet tevreden kunt zijn met je leven, doe er dan wat aan in plaats van te blijven zeuren. Zei het tegen mij. En ik kon niets anders doen dan gehoorzaam volgen, en beloven om er voor 100% voor te gaan!
Weer thuis zijn is net zo vertrouwd als vreemd. Zo ook de gedachte aan de prestatie naar Rome te zijn gefietst. Je went snel aan het dagelijks leven op reis, en zo ook aan het leven thuis. Een dagelijks terugkomend ritme staat binnen no time in je hersenen geschreven als vanzelfsprekendheid. De grote vraag is voor ons afgestudeerden wat ons dagelijks leven gaat zijn in de nabije toekomst. Welke werkplekken, collega’s en taken gaan we uitzoeken om later onze sleur te kunnen noemen. Wie zijn de uitverkorenen? Welke verantwoordelijkheden en verplichtingen gaan ons naar het zwarte gat leiden, als blokken beton aan onze benen de diepte in helpen, met als resultaat een burn-out. Zou de midlifecrisis zich voor of na de kinderen aankondigen? Nee, we moeten de juiste keuzes maken om dit te voorkomen! Leg de lat anders nog nét even iets hoger. Zodat het NCOI (Hoe hoog leg jij de lat?) ons met open armen kan ontvangen als we met onze middelbare leeftijd bij hen aankloppen voor een dure omscholing omdat we toch de verkeerde studiekeuze hebben gemaakt.
Laten we daarom nog even wachten met serieus doen en gewoon een beetje aanklooien, ontkennen dat we volwassen aan het worden zijn. Iedereen doet toch ook maar wat? En dan uiteindelijk per ongeluk op de plek belanden waar je thuis hoort, waar je werk niet als werk aanvoelt. Een wereld zonder zwarte gaten en doorgezakte lattenbodems. Met een heerlijke dagelijkse sleur waar je maar geen genoeg van kan krijgen, en verantwoordelijkheden die je op je lijf zijn geschreven. Weinig heeft deze baan te maken met de vakken die je koos op de Havo, de ingevulde studiekeuze-testen of de ongevraagde adviezen van bemoeials. Bij toeval is het aan komen waaien. Zomaar op een treurige en regenachtige herfstdag. Als een nat blad dat door de wind tegen je gezicht waait terwijl je op de fiets je zorgen zat te overdenken, vast in de sleur. Zo gaat het bij de meeste mensen, geloof ik. Dat is gunstig voor ons onwetenden, het betekent dat we niet koortsachtig hoeven te gaan zoeken. Gewoon af en toe een rondje fietsen. Juist bij slecht weer. |
AuteurEN TOEN gaat over mijn eigen hobbelige weg naar zelfstandigheid en de zoektocht naar wat mijn plek is in de maatschappij. Over onzekerheid, angst, burn-out, hooggevoeligheid en in je eigen kracht gaan geloven. Archives
April 2022
Categories |