Wat zou er gebeuren als we ons vaker bewust verveelden? Want normaal gesproken wordt verveeldheid zo snel mogelijk opgevuld. Wanneer er een onrustig gevoel ontstaat bij mij, op een moment dat ik niks hoef te doen, zoek ik naar mogelijke opvulling. Een serie kijken? De koelkast opentrekken? Tijd voor een hobby? Telefoon checken? Maar echt vervuld wordt de leegte niet.
Vandaag zijn we aan zee met oma Annie, die graag nog eens afreisde naar de badplaats in zeeland waar ze vroeger vakantie vierde. Halverwege de dijk hebben we ons kamp opgezet met stoeltjes, parasol, koelbox en picknickkleed. Omoe zit goed ingepakt uit de wind onder de parasol, lezend op de e-reader met hoed en zonnebril op. Zus en vader lezen uit een ouderwets papieren boek. Ik maakte strandwandelingetjes en hing ondersteboven aan de reling van de trap die de zee in leidt. Kijkend naar de wolken met het geluid van de golven onder me. Af en toe doen we een plas in de zee door te hurken op een van de tredes die al onderwater staan door de opkomende vloed. Het is rustig, stil, en bijna saai hier. Na een tijdje scroll ik wat door de social media op mijn telefoon. Waar ik niet vind wat ik zoek, wat dat ook mag zijn. Ik ga terug naar het water en de golfjes. Laat ik me maar een tijdje vervelen, nu ik hier toch ben. In plaats van te vluchten in mijn smartphone. En weetje? Het is heerlijk om niks te hoeven op deze vrije vrijdagmiddag, samen met de bovengenoemde familieleden. We zonnen, lezen, luisteren naar de wind. Af en toe komt er een grijze fietser voorbij over de dijk. Wat fijn lijkt me het ineens om met pensioen te zijn. Dagen vullen met rondjes fietsen, terrasjes pakken en kruiswoordpuzzels. Mijn leeftijdsfase gaat om opbouwen, jezelf positioneren en ontwikkelen, kansen grijpen en dromen waarmaken, de sociale kring trots of jaloers maken. Terwijl hij op de fiets aan het afbouwen is, loslaten en genieten. Wat kijk ik stiekem uit naar mijn saaie ouwe dag
0 Reacties
Denk jij ook wel eens dat je part-time depressief bent? Dat de dagen zo van elkaar kunnen verschillen. Op een dag kan alles zo fijn en zonnig zijn dat alle door jou gecreëerde problemen in je hoofd verdwijnen. Je kunt wel zingen dansen springen tot de zon onder gaat. Vol geluk kruip je onder de wol en je kunt bijna niet wachten tot het weer licht wordt en je deze volmaakte, positieve versie van jezelf opnieuw kunt laten zien aan de wereld. Dan word je wakker met een zware stoflaag over je heen, een hoofd gevuld met watten en een duf gevoel achter je ogen dat heel de dag blijft hangen. Je bent moe, verdrietig en voelt je slap. Waar is je vrolijkheid gebleven? Waar zijn de fluitende vogeltjes en zoemende bijtjes. Gedachtes komen in je bovenkamer en proberen het probleem te analyseren en op te lossen. Wat heeft dit lijf nodig om zich weer goed te voelen? De dag verloopt moeizaam, je hebt nergens zin in en houdt de mensen op afstand. Als er iemand vraagt hoe het gaat, zeg je boos: 'Prima!' Ze mogen niet weten wat voor duistere gedachtes en emoties er bij jou binnen ronddwalen. Het worden er steeds meer en je raakt in de war van verschillende pogingen ze te verdrijven. Zoals je ze probeert te observeren en accepteren, maar ondertussen bezig bent met het Google'en van een psycholoog. Of graven in je verleden waar het toch zo gruwelijk is misgegaan. 'Ben ik mezelf onderweg verloren? Ben ik niet genoeg voor mezelf opgekomen? Zijn mijn grenzen soms overtreden? Waarom ben ik zo ingewikkeld? En hoe moet ik mezelf uitleggen aan de rest?' De rest... die, als je er met een drone op kijkt op dezelfde manier als jij rondloopt op de wereld. Met een hoofd vol gedachtes en problemen geprojecteerd op zichzelf. Dat denk ik tenminste, zeker weten doe ik het niet, ik kan tenslotte niet bij jou naar binnen kijken. Het punt is, en dat heb ik niet zelf bedacht maar gelezen in verschillende boeken, dat we allemaal egoïstisch zijn. Er continue mee bezig zijn ons goed te voelen, ons ongeluk te veranderen in geluk. Maar ik weet uit ervaring dat heel hard nadenken en je best doen niet zorgen voor minder ongelukkige stemmingen. Je wilt dan té graag de situatie veranderen die op dat moment waarschijnlijk niet te veranderen is. Misschien kunnen we het ongeluk een tijdje ervaren en vaart het dan vanzelf weer weg. Sinds wanneer mag je niet meer ongelukkig zijn? Ga toch eens een tijdje lekker kreunen en steunen en het vooral wél aan anderen laten merken. We zijn nou eenmaal soms moe, zwak, traag, onzeker, verdrietig, boos of welke negatief gelabelde stemming dan ook. Het opkroppen en verstoppen hiervan maakt je verrot van binnen. Kunnen wij er iets aan doen dat we geboren zijn in een wereld vol ongeluk? Waarom moeten we het dan in onszelf ontkennen of willen veranderen. Weetjewat, van mij mag je gelukkig wél af en toe hartstikke ongelukkig zijn.
Toen Lotte en ik terug kwamen van inspirerende, zelfvoorzienende boerderijen in Italië bedachten we iets met voeding te willen doen. Je weet dan net zo veel als wanneer je ontdekt hebt ‘iets met mensen’ te willen doen. We zijn uiteindelijk maar gaan werken in restaurants, vooral omdat we de Chef's Table aflevering in Modena zo romantisch vonden. Ik kwam uiteindelijk in de bediening terecht, wat tot het besef heeft geleid dat ik niet voor de horeca gemaakt ben. Een praatje maken met vreemden over het weer, het prachtige pand van iedere dag opnieuw 100 jaar oud, het ontbrekende terras en "dat u helaas geen gebruik mag maken van de tuin, het spijt ons." Sommige dagen gaat dat best goed, maar er zijn dagen dat ik me liever in de kelder verstop. Dan lijken de gast en ik elkaar al te haten voordat we elkaar begroet hebben. De dame op leeftijd wordt kwaad om wat er wél of niét op de menukaart staat, omdat ze iets niet kent of liever thuis een boterham met kaas had gegeten. Ze komt binnenlopen met een slecht humeur, gemiste kansen in het leven, gebroken liefdes en leegtes die ik voor haar op moet vullen, en wel met een geweldig gevoel voor humor, geschikte aanbevelingen en extraatjes. Wat je van mij niet hoeft te verwachten want ik lach liever met m'n eigen vrienden, ben van mening dat je oud genoeg bent om je eigen keuzes te maken en krijg niet extra betaalt voor nevendiensten. Laten we het zakelijk houden, jij bestelt ik bezorg, zonder poespas. De pakketbezorger hoeft toch ook niet terug te komen om te vragen of het pakket naar wens is, uwe hoogheid?
Het mag duidelijk wezen dat wij verder zoeken naar "iets met voeding." Met het ‘vier wielen naar Rome’ fotoboek op schoot zit ik op een klamme zomeravond op de bank met het boek op mijn bovenbenen geplakt. Het laatste beetje hittegolf die o.a. Nederland verraste met haar record temperaturen, hangt nog in de huiskamer. De opwarming van de aarde is een feit, maar laten we het daar een andere keer over hebben. De airco zoemt op de achtergrond terwijl ik door onze herinneringen blader, de geschiedenis die we nog geen jaar geleden schreven. Niet dat wij records braken, maar we schreven een belangrijk hoofdstuk in onze eigen geschiedenis. Wat me opvalt is dat de reis zelf niet eens zo veel indruk op me heeft gemaakt, maar de periode erna. Steeds terugdenken aan de mentale en fysieke beproevingen en wat je er eigenlijk van geleerd hebt. Ik herinner me de chagrijnigheid die steeds weer kwam opzetten op klaarlichte dag en me van m’n optimisme beroofde. Eén van de zwaarste dingen, het besef dat je niet het sterke en almaar positieve mens bent dat je zo graag wilt zijn. Mijn ego dat langzaam wegsmolt de berg af naar beneden, terwijl het achter raakte en Lotte steeds verder vooruit zag fietsen. Het gevoel van zwakte werd met elke hap lucht door mijn bloed mijn lichaam doorgepompt. Waar dit mechanisme goed voor is weet ik niet precies. Want het geloof in jezelf lijkt van cruciaal belang om de eindstreep te halen. Maar geloof mij, dat was niet altijd aanwezig. Toch haalden we de finish, maar zelfs daar op het mooie plein in Rome, omringt door confetti en bubbels, waren we niet onder de indruk van onszelf. Ongemakkelijk en mensenschuw (van al die natuur) probeerden we te glimlachen naar de video voor de mensen thuis. Misschien moest het besef nog komen, maar waarschijnlijk zijn we nooit echt trots geworden. Ook niet toen we later al die keren navertelde ‘naar Rome te zijn gefietst.’ En hebben we alle lovende woorden snel weggewuifd. We zijn gaan fietsen voor het avontuur, de uitdaging en de vrijheid. Weggefietst van de verwachtingen die de maatschappij voor afgestudeerden heeft. Het maakte ons niet uit wat iedereen ervan zou vinden, en of je trots zou zijn. We wilden vooral even lekker, helemaal vrij zijn.
Zomaar op een vrijdagmiddag wanneer er een drukkende hoofdpijn komt opzetten als gevolg van de uitgaansnacht ervoor, vind ik antwoord op de vraag wat ik na de zomer ga doen met mijn leven, iets waar ik al een tijdje naar zocht. Onrustig en gespannen fietste ik naar mijn ouderlijk huis om de drukte van de stad te ontvluchten. Na dat ik mezelf die ochtend een tijd lang zwaar en ongelukkig gevoeld heb vraag ik me af waar dit in godsnaam vandaan komt en vooral hoe ik er vanaf kom. Na een mentale overdenking gaat er een lichtje branden. Normaal gesproken is mijn concentratie op zo'n dag ver te zoeken maar mijn lijf functioneert plots uit zichzelf, neemt plaats achter de computer. Het hoofd denkt na, vingers typen woorden in, klikken met de muis, geven orders door aan de printer. Vervolgens wordt er een nummer gedraaid en getelefoneerd. Na twee uur liggen er verschillende folders, brochures en een ingevuld en ondertekend contract voor mijn neus. Ik ben ingeschreven voor de biologische landbouwopleiding in Dronten en heb een afspraak staan voor kennismaking op een stagebedrijf. De donderdag erop rijd ik samen met mijn rijangst naar Arnhem om daar op een hele mooie boerderij een stageplaats te krijgen. Het was alsof mijn onderbewuste er genoeg van had, dat gedraai om dingen heen. Als je graag buiten werkt ga dan buiten werken, als je de stad wilt ontvluchten doe dat dan, en als je niet tevreden kunt zijn met je leven, doe er dan wat aan in plaats van te blijven zeuren. Zei het tegen mij. En ik kon niets anders doen dan gehoorzaam volgen, en beloven om er voor 100% voor te gaan!
Weer thuis zijn is net zo vertrouwd als vreemd. Zo ook de gedachte aan de prestatie naar Rome te zijn gefietst. Je went snel aan het dagelijks leven op reis, en zo ook aan het leven thuis. Een dagelijks terugkomend ritme staat binnen no time in je hersenen geschreven als vanzelfsprekendheid. De grote vraag is voor ons afgestudeerden wat ons dagelijks leven gaat zijn in de nabije toekomst. Welke werkplekken, collega’s en taken gaan we uitzoeken om later onze sleur te kunnen noemen. Wie zijn de uitverkorenen? Welke verantwoordelijkheden en verplichtingen gaan ons naar het zwarte gat leiden, als blokken beton aan onze benen de diepte in helpen, met als resultaat een burn-out. Zou de midlifecrisis zich voor of na de kinderen aankondigen? Nee, we moeten de juiste keuzes maken om dit te voorkomen! Leg de lat anders nog nét even iets hoger. Zodat het NCOI (Hoe hoog leg jij de lat?) ons met open armen kan ontvangen als we met onze middelbare leeftijd bij hen aankloppen voor een dure omscholing omdat we toch de verkeerde studiekeuze hebben gemaakt.
Laten we daarom nog even wachten met serieus doen en gewoon een beetje aanklooien, ontkennen dat we volwassen aan het worden zijn. Iedereen doet toch ook maar wat? En dan uiteindelijk per ongeluk op de plek belanden waar je thuis hoort, waar je werk niet als werk aanvoelt. Een wereld zonder zwarte gaten en doorgezakte lattenbodems. Met een heerlijke dagelijkse sleur waar je maar geen genoeg van kan krijgen, en verantwoordelijkheden die je op je lijf zijn geschreven. Weinig heeft deze baan te maken met de vakken die je koos op de Havo, de ingevulde studiekeuze-testen of de ongevraagde adviezen van bemoeials. Bij toeval is het aan komen waaien. Zomaar op een treurige en regenachtige herfstdag. Als een nat blad dat door de wind tegen je gezicht waait terwijl je op de fiets je zorgen zat te overdenken, vast in de sleur. Zo gaat het bij de meeste mensen, geloof ik. Dat is gunstig voor ons onwetenden, het betekent dat we niet koortsachtig hoeven te gaan zoeken. Gewoon af en toe een rondje fietsen. Juist bij slecht weer. Beginnen met schrijven is moeilijk, want er zijn té veel woorden om uit te kiezen. Welke zet je op papier? De zinnen komen niet meer zomaar aanwaaien doordat we niet meer door veranderend landschap razen, niet ieder uur een ander uitzicht of inzicht krijgen. In plaats daarvan lopen we alleen maar rondjes, verplaatsen we ons van huis naar trein naar werk en terug. In een straal van niet meer dan 20 km. Ik blijf in meervoudsvorm praten omdat het nog steeds als een nasleep van 'ons' avontuur voelt. We lijken meer op elkaar dan ik eerder door had. Of we zijn onderweg met hetzelfde virus besmet, Lotte en ik. We willen alles aanpakken wat ons kan leiden naar een plek in de maatschappij die bij ons past. We willen leren over wat voeding kan doen met het menselijk lichaam, hoe het kan breken en helen. Over de herkomst, bereiding en verspilling van wat er op ons bord ligt. Over hoe je meer zelf kunt maken, ambachtelijk zoals de omoe's van onze oma's dat vruuger deden. Je wilt je soms verzetten, vechten tegen de dingen waar je het niet mee eens bent, bijvoorbeeld als je door de supermarkt loopt. Maar tegelijkertijd zul je de huidige situatie in de wereld moeten accepteren, lelijk of mooi als ie is. Bovendien kan die supermarkt soms best nuttig zijn. Als je zelf niet over een melkmachine of graanmolen beschikt. Wanneer je avocadopitten op de vensterbank nog geen boompjes zijn, je zuurdesemstarter stinkt naar azijnzuur en de inmaakproducten zijn gaan schimmelen of pas over een jaar te eten. Ja dan wel.
Conclusie: je kunt je heel boos maken en verzetten, of vast een beetje dingen op je eigen manier gaan doen, oefenen voor later als je je dromen waarmaakt. En stiekem begin je er zo al aan. Alvast zoeken naar plekken en personen waar we ons creatieve zelf kunt zijn en dingen doen die we, gewoon heel leuk vinden om te doen. Voor Lotte en mij zijn die plekken over het algemeen met minder mensen en meer groen. Het is niet dat we niet van mensen houden, gewoon niet teveel bij elkaar. En de dingen die we leuk vinden moeten we nog een beetje ontdekken. Daarover later meer. En om nou niet elke avond een halfuur naar m'n beeldscherm te staren met een groot gemis aan inspiratie, bedacht ik dagelijks een foto te maken van wat er op míjn bord ligt, met de hoop dat daar een verhaal bij hoort. In het kader van weten waar je eten vandaan komt. Vaak komt een deel daarvan van (een van) mijn lievelingsplekken en hebben mijn lievelingsmensen er op zijn minst met hun tengeltjes aangezeten. Twee vliegen in één klap dus! (maar laat de bijtjes leven alsjeblieft). Vrijdag 12 april 2019, 's-Hertogenbosch
We zijn geland in Nederland. Letterlijk ja, op 30 november 2018 met het vliegtuig. Maar ik bedoel figuurlijk. In ons oude leventje terug geglipt, met hier en daar een aanpassing na aanleiding van... alles. Zo bakken we ons eigen brood, delen samen een bio-dynamisch groentepakket en zijn nieuwe baantjes begonnen. Lotte heeft zichzelf benoemd tot kok en werd aangenomen in een splinternieuw, superhip én gezond restaurant in Den Bosch, en ik ben gaan werken in een ambachtelijke zuurdesem bakkerij slash lunchroom in Tilburg! Onderhand hebben we daar beiden onze draai gevonden en zijn vooral niet gestopt met zoeken naar onze passies en doelen in dit leven. Momenteel allebei op het punt beland dat we de hevige stormen zijn vergeten die dagelijks boven ons hoofd hingen op de fiets. We missen de wind door onze vette haren, de zweetdruppeltjes op ons voorhoofd waar kleine vliegjes aan bleven plakken en de douw 's morgens in het gras die ervoor zorgde dat we onze sokken moesten verwisselen. Een tijd waarin grote zorgen voor later waren omdat we ons moesten focussen op de dag. Nu moeten we de goede voornemens waarmaken, de inzichten praktisch doorvoeren, in een SWOT analyse, de doelen concreet en SMART maken. Jakkes. Wat is het echte leven lastig. We willen weer een simpel leven, opstaan als de haan kraait, een appel uit de boom trekken tegen de dorst, 's avonds door een denkbeeldig raam in de tent naar de sterren staren, ons afvragen welke weg naar Rome we zullen nemen en waar deze ons nog meer naartoe brengt. We lopen samen de stad uit, benauwd van de drukte. Pas als we langs het water in de schaduw van bomen met roze bloesem lopen, kunnen we weer ademhalen. We doen net alsof we weer vertrekken naar een nieuwe bestemming, zonder verplichte aankomsttijd. |
AuteurEN TOEN gaat over mijn eigen hobbelige weg naar zelfstandigheid en de zoektocht naar wat mijn plek is in de maatschappij. Over onzekerheid, angst, burn-out, hooggevoeligheid en in je eigen kracht gaan geloven. Archives
April 2022
Categories |